Startrekenen 1F H6 Breuken

1F H6 Breuken - Wat gaan we leren?
  1. Wat zijn breuken? Wat is een teller en noemer?
  2. Gelijkwaardige breuken en vereenvoudigen
  3. Breuken optellen en aftrekken
  4. Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1F H6 Breuken - Wat gaan we leren?
  1. Wat zijn breuken? Wat is een teller en noemer?
  2. Gelijkwaardige breuken en vereenvoudigen
  3. Breuken optellen en aftrekken
  4. Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 1 - Diapositive

1F H6 Breuken
  1. Wat zijn breuken? Wat is een teller en noemer?
  2. Gelijkwaardige breuken en vereenvoudigen
  3. Breuken optellen en aftrekken
  4. Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 2 - Diapositive

Een breuk geeft aan dat iets niet meer heel is.
Verschillende breuken

Slide 3 - Diapositive


Welke afbeelding past bij de breuk?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quiz

Welke breuk is er getekend op het plaatje?
A
15
B
51
C
41
D
61

Slide 5 - Quiz

Welk deel is hier ingekleurd?
Welke afbeelding past bij de breuk?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

53

Slide 7 - Diapositive

53

Slide 8 - Diapositive

Het getal 4 is de ... van de breuk.
54
A
Teller
B
Noemer

Slide 9 - Quiz

Het getal 4 is de ... van de breuk.
43
A
Teller
B
Noemer

Slide 10 - Quiz

Het getal 2 is de ... van de breuk.
21
A
Teller
B
Noemer

Slide 11 - Quiz

Het getal 15 is de ... van de breuk.
157
A
Teller
B
Noemer

Slide 12 - Quiz

1F H6 Breuken
  1. Wat zijn breuken? Wat is een teller en noemer?
  2. Gelijkwaardige breuken en vereenvoudigen
  3. Breuken optellen en aftrekken
  4. Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 13 - Diapositive

Gelijkwaardige breuken: breuken die even groot zijn, maar op een andere manier opgeschreven.

Slide 14 - Diapositive

Breuken op de getallenlijn

Slide 15 - Diapositive

21en84

Slide 16 - Diapositive

Welke breuk is gelijkwaardig aan:
A
62
B
32
C
82
D
21

Slide 17 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan:
A
43
B
21
C
73
D
31

Slide 18 - Quiz

Tip: 
Meestal deel je teller en noemer door 2, 3, 4 of 5
42
21
:2
:2

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo

Vereenvoudig de breuk


42

Slide 21 - Question ouverte

Vereenvoudig de breuk


124

Slide 22 - Question ouverte

Vereenvoudig de breuk


153

Slide 23 - Question ouverte

Vereenvoudig de breuk


129

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag! 30 minuten
Hoofdstuk 6 6.1 en 6.2: t/m opdracht 13
Zelf nakijken!

Slide 25 - Diapositive

1F H6 Breuken
  1. Wat zijn breuken? Wat is een teller en noemer?
  2. Gelijkwaardige breuken en vereenvoudigen
  3. Breuken optellen en aftrekken
  4. Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 26 - Diapositive

Breuken optellen

Slide 27 - Diapositive

Breuken aftrekken

Slide 28 - Diapositive

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.
52+51=53
De noemers zijn gelijk, namelijk 5. 
Hier verandert niks aan.

Slide 29 - Diapositive

42+41=
63+62=
2012+204=
82+82=
43
65
2016
84
83
4016

Slide 30 - Question de remorquage

108102=
2015209=
129122=
1614166=
106
206
127
168
164
6

Slide 31 - Question de remorquage

1F H6 Breuken
  1. Wat zijn breuken? Wat is een teller en noemer?
  2. Gelijkwaardige breuken en vereenvoudigen
  3. Breuken optellen en aftrekken
  4. Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 32 - Diapositive

61+21=
Voorbeeld van ongelijknamige breuken optellen:

Slide 33 - Diapositive

61+21=
61+21
61+63=64=32
61+21
x 3 = 6
x 3 = 3

Slide 34 - Diapositive

Maak de breuken gelijknamig
61+31
A
61+92
B
61+61
C
61+62
D
61+91

Slide 35 - Quiz

Maak de breuken gelijknamig
42+81
A
84+81
B
83+81
C
42+41
D
42+42

Slide 36 - Quiz

Maak de breuk gelijknamig
101+54
A
55+54
B
101+104
C
51+54
D
101+108

Slide 37 - Quiz

Maak de breuken gelijknamig
42+21
A
42+42
B
21+22
C
42+41
D
21+41

Slide 38 - Quiz


155+157=
A
1512
B
3012
C
1511
D
3011

Slide 39 - Quiz


21+41=
A
62
B
63
C
42
D
43

Slide 40 - Quiz


6521=
A
31
B
44
C
42
D
32

Slide 41 - Quiz

Aan de slag! 30 minuten
Hoofdstuk 6 6.3 en 6.4
Zelf nakijken!

Slide 42 - Diapositive

Wat weet je nu?
  • Wat een breuk is
  • Wat een teller en een noemer is
  • Wat gelijkwaardige breuken zijn
  • Hoe ik breuken kan vereenvoudigen 
  • Ik kan breuken optellen en aftrekken
  • Ik kan ongelijknamige breuken gelijknamig maken

Slide 43 - Diapositive

Wat is de noemer van een breuk?
A
Het bovenste getal van een breuk.
B
Het antwoord in een som.
C
Het onderste getal van een breuk.
D
De kleinste breuk.

Slide 44 - Quiz

Welk deel is hier ingekleurd?
Welke afbeelding past bij de breuk?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 45 - Quiz

Het getal 4 is de ... van de breuk.
54
A
Teller
B
Noemer

Slide 46 - Quiz

Het getal 4 is de ... van de breuk.
43
A
Teller
B
Noemer

Slide 47 - Quiz

De breuk gelijknamig maken.
Wat moet je dan doen?
A
De noemers van de breuk gelijk maken.
B
De breuk zo klein mogelijk maken.
C
De breuk moet van elkaar afgetrokken worden.
D
De breuk moet bij elkaar opgeteld worden.

Slide 48 - Quiz

Maak de breuk gelijknamig
101+54
A
55+54
B
101+104
C
51+54
D
101+108

Slide 49 - Quiz

De breuk vereenvoudigen.
Wat moet je dan doen?
A
De noemers van de breuk moeten gelijk gemaakt worden.
B
De breuk moet zo klein mogelijk gemaakt worden.
C
De breuk moet van elkaar afgetrokken worden.
D
De breuk moet bij elkaar opgeteld worden.

Slide 50 - Quiz

Vereenvoudig de breuk


105

Slide 51 - Question ouverte

Vereenvoudig de breuk


186

Slide 52 - Question ouverte


21+61=
A
62
B
62
C
42
D
32

Slide 53 - Quiz


6521=
A
31
B
44
C
42
D
32

Slide 54 - Quiz