Tekstverbanden en Signaalwoorden

Tekstverbanden & Signaalwoorden


Voorbereiding PTA-toets Lezen H1-6
Tekstboek blz. 213-214
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tekstverbanden & Signaalwoorden


Voorbereiding PTA-toets Lezen H1-6
Tekstboek blz. 213-214

Slide 1 - Diapositive

Herinnering!
Denk aan het inleveren van de keuzeopdracht voor het fictiedossier! (PTA-onderdeel)

Wanneer? Uiterlijk op 9 februari
Waar vind ik de opdracht? Via Magister > ELO > Opdrachten 
Waar lever ik de opdracht in? Via Magister > ELO > Opdrachten


Slide 2 - Diapositive

timer
1:00
Welk tekstverbanden ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Tekstverbanden
blz. 213/214

  • opsomming
  • tegenstelling
  • reden
  • voorbeeld
  • oorzaak-gevolg
  • middel-doel
  • voorwaarde
  • conclusie

Slide 4 - Diapositive

Signaalwoorden

De schrijver van een tekst gebruikt signaalwoorden om te laten zien welk verband er is tussen zinnen en alinea's.

Bijvoorbeeld:
Een opsomming kun je herkennen aan de woorden: ten eerste, bovendien, ten slotte
Een voorbeeld kun je herkennen aan de woorden: bijvoorbeeld, als, zo

Slide 5 - Diapositive

Meer voorbeelden
  • Conclusie
    kortom, dus, al met al
  • Oorzaak-gevolg
    doordat, daardoor, waardoor, met als gevolg, zodat, hierdoor
  • Middel-doel
    met als doel om, zodat, om, door middel van
  • Voorwaarde
    als, indien, wanneer, mits, tenzij, behalve, op voorwaarde dat 



Slide 6 - Diapositive

'Toch, maar, daar staat tegenover' zijn signaalwoorden die horen bij het tekstverband...
A
Opsomming
B
Voorwaarde
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 7 - Quiz

timer
0:20
Signaalwoord van
tegenstellend
verband (tegenstelling)

Slide 8 - Carte mentale

timer
1:00
Signaalwoord van
redengevend
verband (reden)

Slide 9 - Carte mentale

timer
0:20
Signaalwoord van
opsommend
verband (opsomming)

Slide 10 - Carte mentale

timer
0:20
Signaalwoord van
concluderend
verband (conclusie)

Slide 11 - Carte mentale

Als je besluit om dat skateboard te kopen, kun je niet op vakantie.
A
reden
B
oorzaak-gevolg
C
opsomming
D
voorwaarde

Slide 12 - Quiz

Je kunt niet op vakantie, want je hebt je geld uitgegeven aan een skateboard.
A
reden
B
conclusie
C
opsomming
D
voorwaarde

Slide 13 - Quiz

Je moet een vliegticket kopen en je hotel betalen. Bovendien heb je op reis zakgeld nodig.
A
reden
B
conclusie
C
opsomming
D
voorwaarde

Slide 14 - Quiz

Vraag
Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.

Welk signaalwoord? Welk tekstverband?

Slide 15 - Diapositive

Antwoord
Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.

maar = signaalwoord = tegenstellend verband / tegenstelling

Slide 16 - Diapositive

Vraag
Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen.

Welke signaalwoorden? Welk tekstverband?

Slide 17 - Diapositive

Antwoord
Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen.

bovendien - ook nog = signaalwoorden
Opsommend tekstverband / opsomming

Slide 18 - Diapositive

Vraag
De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter of zelfs een degradatiekandidaat bij een topclub punten kon weghalen.

Signaalwoord? Tekstverband?

Slide 19 - Diapositive

Antwoord
Het is dit jaar bijvoorbeeld .... ...weghalen.

bijvoorbeeld = signaalwoord = voorbeeld

Slide 20 - Diapositive

Klaar met de uitleg. En nu?
Ga aan de slag met het voorbereiden van de PTA-toets
Hoe?
1) Maak een goede samenvatting van het leerwerk. Het liefste ouderwetsch met pen en papier ( = beter onthouden)
2) Oefen daarnaast ook met de Quizizz: https://quizizz.com/join?gc=38691177

Volgende dia: link naar info over samenvatten


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Noem 1 ding dat je nog onduidelijk vindt aan tekstverbanden

Slide 23 - Question ouverte

Noem 1 ding dat je nog onduidelijk vindt aan signaalwoorden

Slide 24 - Question ouverte