Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hst 5/6 en 19 m2a
leerdoel
Ophalen wat taal- en redekundig ontleden is en dit oefenen
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
leerdoel
Ophalen wat taal- en redekundig ontleden is en dit oefenen
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
herhalen hst 5/6/19 voor kinderen met NL basisschool
uitleg voor ISK/nieuwe leerlingen (hst 5/6 en 19)
Slide 2 - Diapositive
Vanaf blz. 176 (en blz. 16 )
1. De zin eerst in woordsoorten: ww/zelfst nmw/ lw/ bijv nmw/ vz/vnmw/bw
2. Dan in zinsdelen:
pv/ow/wwg/lv/mw/bwp
In duo's; over 15 min klaar
Slide 3 - Diapositive
Ontleden 2x: woordsoort en zinsdelen. Zie alle uitleg vanaf blz. 176
Hij is de uncoolste artiest uit de popgeschiedens.
Het zielige jongetje is de hele dag aan het gamen.
Ik vergiste me behoorlijk.
Slide 4 - Diapositive
Numo
Leertegel grammatica: voor PTO-3 moet grammatica 100% zijn
En werkwoordspelling minimaal 50%
Slide 5 - Diapositive
PTO
2 delen: beide in TestFox
Deel 1: echt
goed leren (ook de woorden).
Kern Hst 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 19, 20 en 'Dwars door de storm'.
Deel 2: leesvaardigheid. Vooraf lezen van Kern hst. 1, 2, 16.
Slide 6 - Diapositive
Wat ga je doen bij taalkundig ontleden?
Slide 7 - Question ouverte
Welke woordsoort is 'bakken' in de volgende zin: Mijn oma kan de lekkerste taarten bakken.
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voornaamwoord
Slide 8 - Quiz
Welke woordsoort is 'bakken' in de volgende zin:
Bakken van taarten is mijn hobby.
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voornaamwoord
Slide 9 - Quiz
Welke woordsoort is 'mijn' in de volgende zin:
Bakken van taarten is mijn hobby.
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voornaamwoord
Slide 10 - Quiz
Benoem alle bijvoeglijk naamwoorden in de volgende zin:
De bonte specht is een zeldzaam fenomeen.
Slide 11 - Question ouverte
Welke vorm van werkwoord heeft 'zingen' in deze zin:
Zie liep te zingen op straat.
A
Infinitief
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord
Slide 12 - Quiz
Welke vorm van werkwoord heeft 'zingen' in deze zin:
Zingend liep zij over straat.
A
Infinitief
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord
Slide 13 - Quiz
Welke vorm van werkwoord heeft 'zingen' in deze zin:
Zij heeft op straat gezongen.
A
Infinitief
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord
Slide 14 - Quiz
Welke vorm van telwoord staat er in deze zin:
Dit wordt de vierde golf.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 15 - Quiz
Welke vorm van telwoord staat er in deze zin:
Ik hoop dat het de laatste is.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 16 - Quiz
Welke vorm van telwoord staat er in deze zin:
Maar ik vrees dat nummer vijf er ook nog aankomt.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 17 - Quiz
Welke vorm van telwoord staat er in deze zin:
Dat komt omdat meerdere groepen mensen zich niet willen laten vaccineren.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 18 - Quiz
Welke vorm van telwoord staat er in deze zin:
De minister gaat die paar rare snuiters nog vragen zich toch te laten vaccineren.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 19 - Quiz
Welke vorm van telwoord staat er in deze zin:
Ook als dat een miljoen euro gaat kosten.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 20 - Quiz
Wat is het bijwoord in de volgende zin:
Juul is erg in de war.
A
Juul
B
is
C
erg
D
in de war.
Slide 21 - Quiz
Wat is het bijwoord in de volgende zin:
Het schiet langzaamaan op.
A
Het
B
Schiet
C
schiet op
D
langzaamaan
Slide 22 - Quiz
Wat is het bijwoord in de volgende zin:
Wanneer gaan we naar Walibi?
A
Wanneer
B
gaan
C
we
D
naar Walibi?
Slide 23 - Quiz
Wat is het bijwoord in de volgende zin:
Binnenkort zegt de juf.
A
Binnenkort
B
zegt
C
De juf
D
juf
Slide 24 - Quiz
Hoe herken je een voorzetsel in een zin?
Slide 25 - Question ouverte
Benoem van deze zin van alle woorden de woordsoorten:
Gelukkig komt mijn lieve moeder snel naar huis.
Slide 26 - Question ouverte
Dat was
hoofdstuk 5/6
Nu naar
hoofdstuk 19
Slide 27 - Diapositive
En wat doe je bij redekundig ontleden?
Slide 28 - Question ouverte
Welk zinsdeel is het gezegde in deze zin:
Zij is haar moeder een bericht aan het appen.
A
een bericht
B
is
C
is appen
D
is aan het appen
Slide 29 - Quiz
Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp in deze zin:
Zij is haar moeder een bericht aan het appen.
A
Zij
B
is
C
een bericht
D
haar moeder
Slide 30 - Quiz
Welk zinsdeel is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Zij is haar moeder een bericht aan het appen.
A
Zij
B
is
C
een bericht
D
haar moeder
Slide 31 - Quiz
Wat is 'volgende week 'in de volgende zin:
Volgende week hebben we vakantie.
A
Onderwerp
B
Gezegde
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 32 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Wandelen is eigenlijk een sport.
A
Wandelen
B
is
C
eigenlijk
D
een sport
Slide 33 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Zijn die mensen gek geworden?
A
zijn
B
die mensen
C
gek
D
zijn geworden
Slide 34 - Quiz
Wat is de persoonsvom in de volgende zin:
Zijn die mensen gek geworden?
A
zijn
B
die mensen
C
gek
D
zijn geworden
Slide 35 - Quiz
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Zijn die mensen gek geworden?
A
zijn
B
die mensen
C
gek
D
zijn geworden
Slide 36 - Quiz
In welke volgorde pas je redekundig ontleden toe op een zin?
Stap 1
stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Slide 37 - Question de remorquage
Benoem alle zinsdelen in de volgende zin:
Mijn opa is onverwacht opgenomen in het ziekenhuis.
Slide 38 - Question ouverte
Vind je dit moelijk?
Oefen nog met Numo
Maar lees vooral ook blz. 181 t/m 183 van je boek (achterin dus)
Slide 39 - Diapositive
Je mag nu lezen of aan Numo
Zodat je vanmiddag je 45 minuten aan je sprongtoets hebt gewerkt.
Tot het einde van de les.
Is Numo al klaar? Dan lees je 'Dwars door de storm' of je gaat leren.
Slide 40 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Hst 5, 6 Taalkundig Ontleden
Juin 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Grammatica; zinsdelen benoemen
Octobre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Herhaling woordsoorten
Janvier 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
V3 taalkundig ontleden -voorbereiding toets grammatica
il y a 19 jours
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Hst 19 Redekundig ontleden
Avril 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
HV1 Grammatica 5, 6, 20, 21, 22, 36 en 37
Avril 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
HV1 herhaling 3 (laatste) Grammatica 5, 6, 20, 21, 22, 36 en 37 - 22-4
Avril 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
week 14
Mars 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1