1.1 Verkoopprijzen en brutowinst

1.1
Begrippen:
  • Afzet
  • Omzet
  • BTW
  • Consumentenprijs
  • Inkoopwaarde van de omzet
  • brutowinst en nettowinst
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1.1
Begrippen:
  • Afzet
  • Omzet
  • BTW
  • Consumentenprijs
  • Inkoopwaarde van de omzet
  • brutowinst en nettowinst

Slide 1 - Diapositive

Afzet

Hoeveelheid verkochte producten.
Omzet

- Afzet x verkoopprijs
- Verkoopopbrengst

Slide 2 - Diapositive

Omzet:
  • je hebt 14 muffins verkocht
  • ze kosten € 1,20 per stuk
  • wat is je omzet?


Slide 3 - Diapositive

Afzet & omzet 
Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 4 - Diapositive

Belasting toegevoegde waarde
BTW = belasting toegevoegde waarde, dit noemen we ook wel omzetbelasting.

Slide 5 - Diapositive

Brutowinst

Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 6 - Diapositive

Consumentenprijs
verkoopprijs + btw = consumentenprijs

9% btw
21% btw

Slide 7 - Diapositive

Consumentenprijs
Verkoopprijs incl btw = consumentenprijs
De prijs die de consument betaalt voor een product in de winkel.

Verkoopprijs + btw   = consumentenprijs
100%                 +  21%  =  121%




Slide 8 - Diapositive

Omzet =
A
afzet x verkoopprijs
B
afzet x brutowinst
C
afzet x nettowinst
D
afzet x inkoopprijs

Slide 9 - Quiz

De omzet in 2019 = 200.000
De omzet in 2020 = 250.000
Hoeveel % is de omzet gestegen?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de afzet?
A
Het aantal (stuks) van de verkopen
B
Het totale bedrag van de verkopen

Slide 11 - Quiz

Brutowinst is 35% van de omzet. De omzet is € 400.
Bereken de inkoopwaarde vd omzet.
A
0,35 x 400 = €140
B
0,65 x 400 = €260

Slide 12 - Quiz

De omzet bij een bedrijf was € 652.00 en is met 3,5% gestegen. Wat is de omzet nu?

Slide 13 - Question ouverte

De inkoopprijs van een broek is € 9,50
de brutowinstmarge is 70% van de
inkoopprijs. Wat is de consumenten prijs?
Uitleg
1.) de brutowinstmarge uitrekenen (van de inkoopprijs)
2.) de inkoopprijs + de brutowinstmarge
3.) de btw uitrekenen (van de verkoopprijs)
4.) verkoopprijs + btw

Slide 14 - Question ouverte

Inkoopwaarde €220.000
De brutowinst is 45 % van de inkoopwaarde.
Bereken de brutowinst.

Slide 15 - Question ouverte