3.2 Samenleving en cultuur (Deel 1)

Voorbereiden op SO paragraaf 3.1

Waar kun je op letten bij het leren?
Antwoorden op kunnen vragen 1 t/m 11 weten
De 10 begrippen kunnen uitleggen
Van de begrippen een verhaal maken bij elke kunnen vraag 
Je krijgt nu 15 minuten de tijd om de antwoorden van de kunnenvragen na te kijken of aan te vullen.



timer
15:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiden op SO paragraaf 3.1

Waar kun je op letten bij het leren?
Antwoorden op kunnen vragen 1 t/m 11 weten
De 10 begrippen kunnen uitleggen
Van de begrippen een verhaal maken bij elke kunnen vraag 
Je krijgt nu 15 minuten de tijd om de antwoorden van de kunnenvragen na te kijken of aan te vullen.



timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Het oude Egypte
3.2 Samenleving en cultuur (Deel 1)

 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Welke sociale verschillen er in het rijk waren.
- Hoe het met de economie van het rijk ging.
- Hoe multicultureel de Romeinse samenleving was.
- Hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid.
- Hoe Romeinse wetten werkten.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Arm en rijk
Romeinse rijk:
- veel steden
- maar meeste mensen woonden en werkten op het platteland.
= landbouwstedelijke samenleving.

Slide 5 - Diapositive

leven in de stad
Veel boeren verkochten hun land aan rijke families -> grootgrondbezitters.
De boeren vertrokken naar de stad waar ze vaak arm en werkloos bleven. 
Er waren grote sociale verschillen in de stad:






Armen
Rijken (elite)
lemen (klei) hut
of flat
luxe woning 
nijverheid of slaaf (10%)
handelaar

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Werk
Veel stadbewoners werkten in de nijverheid.
Nijverheid is producten maken met je handen thuis, in een werkplaats of winkeltje. Zoals een kleermaker of pottenbakker. 
Door de vrede in het Romeinse rijk bloeide de economie.
-> 1 betaalmiddel
-> producten over zee, rivieren, wegen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slaven in het Romeinse Rijk
Één op de tien inwoners van het rijk was slaaf.
(persoon die het bezit is van iemand anders)
Vaak waren slaven meegenomen als krijgsgevangene in een oorlog. 
Ze werken op/als:
- Landbouwbedrijven
- werkplaatsen
- mijnen
- bedienden
- gladiator

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Spartacus
Gladiator, leider van ontsnapte slaven.
Versloeg de Romeinen keer op keer.
Romeinen weten Spartacus te verslaan.
Ze kruisigen hem en 6000 slaven en hangen ze langs de weg naar Rome.



Slide 12 - Diapositive

maken

Kunnenvraag 12 t/m 16

Slide 13 - Diapositive

12. Kunnen uitleggen dat het Romeinse Rijk een landbouwstedelijke samenleving was.
  • Het was een landbouwstedelijke samenleving omdat de meeste mensen woonden en werkten op het platteland en een klein deel van de mensen woonden in de stad. 
13. Kunnen uitleggen wat het gevolg was dat veel boeren het platteland verlieten.
  • Het gevolg was dat de boeren hun grond verkochten aan rijke families die steeds meer grond kregen.
14. Kunnen uitleggen, door het geven van voorbeelden dat er grote verschillen tussen arm en rijk was in de hoofdstad Rome.
  • Er waren grote sociale verschillen in de stad Rome, rijke mensen woonden in luxe woningen  en armen mensen in lemen hutje of flatgebouwen. 
15. Kunnen uitleggen wat nijverheid is en welke beroepen daaronder vallen.
  • Nijverheid is dat je producten met je handen maakt. Zoals een kleermaker of pottenbakker. 

Slide 14 - Diapositive

16. Kunnen uitleggen waardoor de handel bloeide in het Romeinse Rijk.
  • Door de vrede in het Romeinse rijk kon de economie groeien, handelaren konden overal in het Romeinse rijk komen, ze vervoerden hun producten over goede wegen,  ze gebruikten  overal in het rijk dezelfde munten als betaalmiddel. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive