6.3 De machtige kerk

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoger, beter, mooier



  • Om hun God te eren bouwden ze grote kerken (ook om rijkdom laten zien)
  • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.
  • Geld hiervoor kwam van het volk

Slide 3 - Diapositive

Kerkenbouw
Na 1000 worden overal in Europa kerken gebouwd.

Bouwstijl: Romaans

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken Romaanse bouwstijl
  • kleine ramen
  • dikke muren
  • rond plafond of koepel


Slide 5 - Diapositive

Gotische kerken
Na 1200 nieuwe bouwstijl: Gotiek

Kenmerken
- grote hoge ramen
- spitse bogen
- glas in lood ramen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Leven na de dood

Na de dood waren er drie mogelijkheden:
1. Hemel
2. Hel
3. Vagevuur

Slide 8 - Diapositive

Bidden en Heiligen
  • Bidden = bescherming vragen aan God, Jezus, Maria of een heilige.
  • Heilige = iemand die voor het geloof is gestorven en die na zijn/haar dood mensen hielp.
  • In veel kerken waren relikwieën (overblijfselen van heiligen) die daar werden vereerd.

    Reliekhouder met daarin een bot van een heilige. 

    Slide 9 - Diapositive

    Aflaat 
    Brief die je van de paus kon kopen waarop stond dat je zonden vergeven waren.
    • Hierdoor verbleef je korter in het vagevuur.

    • Hier verdiende de paus veel geld mee.

    Slide 10 - Diapositive

    Bedevaart
    Je kon een aflaat  verdienen als je op bedevaart ging naar een heilige plek.

    Pelgrim: iemand die op bedevaart gaat.


    Slide 11 - Diapositive


    Heksen

    • Er werd gezocht naar een zondebok, iemand die je de schuld kunt geven voor onverklaarbare dingen
    • Deze zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
    • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

    Slide 12 - Diapositive


    Vervolging van heksen

    • Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
    Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.

    Slide 13 - Diapositive

    Slide 14 - Vidéo

    Joden
     


    • In de Middeleeuwen vonden de mensen de Joden 'vreemd' en 'onbetrouwbaar'.
    • Zo zouden zij het drinkwater hebben vergiftigd met de pest.
    Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

    Slide 15 - Diapositive





    • Joden moesten vaak in andere delen van de stad wonen (getto's), mochten geen eigen grond bezitten en ze mochten geen lid zijn van een gilde.
    • Daarom hadden ze vaak beroepen als: handelaar, bankier of juwelier.
    Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

    Slide 16 - Diapositive

    Wie is het hoofd van de katholieke kerk?
    A
    Bisschop
    B
    Paus
    C
    Kardinalen
    D
    Priester

    Slide 17 - Quiz

    Hoe noem je iemand die voor het geloof is gestorven?
    A
    Priester
    B
    Christen
    C
    Heilige
    D
    Bisschop

    Slide 18 - Quiz

    Waarom was het bouwen van kerken en kathedralen zo belangrijk voor de Middeleeuwse mens? Noem 2 redenen.

    Slide 19 - Question ouverte

    Waarom kochten veel mensen in de Middeleeuwen een aflaat bij de kerk?

    Slide 20 - Question ouverte

    Hoe noem je de geestelijke die de kerkdiensten voor de gelovigen verzorgt?
    A
    Priester
    B
    Monnik
    C
    Bisschop
    D
    Kardinaal

    Slide 21 - Quiz

    Hoe noem je een bewijs dat de kerk je zonden heeft vergeven?
    A
    een adellijke titel
    B
    reliek
    C
    oorkonde
    D
    aflaat

    Slide 22 - Quiz