Overtuigende tekst schrijven vmbo 4

Argumenteren
Nederlands
3 februari 2025
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Argumenteren
Nederlands
3 februari 2025

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen in je leesboek (SE5)
Je herhaalt de begrippen die horen bij: Een informatieve tekst
Je kunt vertellen wat er met een overtuigende tekst wordt bedoeld en voorbeelden geven.
Je kunt aangeven wat de indeling is van een overtuigende tekst.
Je kunt vertellen waaraan een goed argument moet voldoen.
Je oefent je spellingsvaardigheid & kennis over signaalwoorden.

Slide 2 - Diapositive

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 4 - Diapositive

Overtuigende tekst
  • Wat is dat? Voorbeelden? Doel?
  • Wat is de indeling van een overtuigende tekst?
  • Inleiding: Wat wil je?/Waar ben je het niet mee eens? Waarom?
  • Kern: Argumenten: elk argument 1 alinea
  • Slot: Conclusie/Samenvatting of oplossing

Slide 5 - Diapositive

Een goed argument?
  • Menig, gebaseerd op feiten
  • Informatie die klopt (waar is)
  • Informatie voegt iets toe aan de mening


'Ik vind Nederlands niet leuk, omdat het niet leuk is!'

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Aan de slag!
Maken: opdracht 1 t/m 4 + 7 (Kern, les 11, blz. 26 en 27)
Klaar? We bespreken de opdracht over 30 minuten.
Ga verder met....Kies uit:
1. Stijl oefenen (blad op tafel)
2. Werkwoordspelling (blad op tafel)
3. Hun/Hen (blad op tafel)
4. Lezen in je leesboek
Maken: opdr. 8, blz. 27
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Dat hoeft niet ...
A
persé
B
per se
C
per sé

Slide 9 - Quiz

Waar hoort de komma?
'Zij weet dat omdat zij docent Frans is.
A
,omdat
B
omdat,

Slide 10 - Quiz

Als een docent contact .... met een leerling buiten schooltijd.
A
onderhoudt
B
onderhoud

Slide 11 - Quiz

De stoel ..... hij zit, is al heel oud.
A
waar op
B
waarop

Slide 12 - Quiz

Regel
er
hier
daar
waar 
+ voorzetsel
=altijd aan elkaar!
VOORBEELDEN: erop - hierdoor - daarvan - waarin

Slide 13 - Diapositive

Wat vind jij .....?
A
ervan
B
er van

Slide 14 - Quiz

Wil jij .... zitten?
A
hier op
B
hierop

Slide 15 - Quiz

Ik wil graag van die regel ....
A
gebruikmaken
B
gebruik maken

Slide 16 - Quiz

Samengestelde werkwoorden
doorbrengen
gebruikmaken
dichtdoen
bekendmaken
opendoen
terechtkomen
wijsmaken

Slide 17 - Diapositive

Heb jij het raam....?
A
dicht gedaan
B
dichtgedaan

Slide 18 - Quiz

Ik heb ..... die smaak geproefd.
A
weleens
B
wel eens

Slide 19 - Quiz

Weleens vs Wel eens
Weleens: ooit, soms, best eens 
Heb je weleens Sangria gedronken?

Wel eens: tegenstelling 
Ik wil best wel eens naar Ibiza.

Slide 20 - Diapositive

Ik heb....wijn gedronken, maar ik vond dat heel goor.
A
weleens
B
wel eens

Slide 21 - Quiz

Heb jij ..... meegedaan met dat toernooi? Ik niet.
A
wel eens
B
weleens

Slide 22 - Quiz

Doelen behaald?
Lezen in je leesboek (SE5)
Je herhaalt de begrippen die horen bij: Een informatieve tekst
Je kunt vertellen wat er met een overtuigende tekst wordt bedoeld en voorbeelden geven.
Je kunt aangeven wat de indeling is van een overtuigende tekst.
Je kunt vertellen waaraan een goed argument moet voldoen.
Je oefent je spellingsvaardigheid & kennis over signaalwoorden.

Slide 23 - Diapositive

Oefenen

Slide 24 - Diapositive