4.5 reactievergelijkingen maken

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

welkom, uitleg les

Slide 2 - Diapositive

Hoe gaan we te werk:
  • Klik op de luidspreker...
  • Via magister zie je welke les je moet doen die dag.
  • Iedereen zit in de klas van nask2, hier staat de les klaar.
  • Iedereen doorloopt de lessonup, ik kan zien of je de pagina hebt bekeken, welk antwoord je geeft en of je het dus snapt of niet.
  • We spreken 1x in de week een contactmoment via teams af deze afspraak zie je in magister.

Slide 3 - Diapositive

Snap jij hoe je de komende tijd met nask2 aan de gang moet gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel verschillende moleculen zie je hier?


Druk op de luidspreker voor uitleg van het antwoord.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quiz

Hoeveel verschillende atomen zie je hier?


Druk op de luidspreker voor uitleg van het antwoord.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 8 - Quiz

Hoeveel zuurstof moleculen zijn er zichtbaar?


Druk op luidspreker voor uitleg van het antwoord.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

In een fabriek maken ze magnesiumoxide. Dit doen ze door magnesium te laten reageren met zuurstof, er ontstaat dan magnesiumoxide.

Maak van het bovenstaande verhaaltje een reactieschema (dus in woorden)

Slide 11 - Question ouverte

Een ander woord voor aardgas is methaan, als methaan reageert met zuurstof dan ontstaat er koolstofdioxide en water (g).

Maak van de bovenstaande tekst een reactieschema.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Diforsfortrioxide (s) --> fosfor (s) + zuurstof (g)

Schrijf dit schema over in formules, als je de eerste naam niet meer weet bekijk dan 4.3 nog eens.


Slide 14 - Question ouverte

P2O3 (s) --> P (s)+ O2 (g) 


Zet neer hoeveel atomen er voor en hoeveel atomen er na de reactie voorkomen. Dus:
Voor Na
P = P =
O = O =


Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

P2O3 (s) --> P (s)+ O2 (g) 


Maak deze vergelijking kloppend.

Slide 17 - Question ouverte

Snap je hoe je een reactievergelijking maakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Welke vragen heb je aan mij over het maken van reactievergelijkingen?

Slide 19 - Question ouverte

Heb je je huiswerk gemaakt?
Maak een foto van blz 29 van je werkboek.

Slide 20 - Question ouverte

Heb je je huiswerk gemaakt?
Maak een foto van blz 30/31 van je werkboek.

Slide 21 - Question ouverte

Heb je je huiswerk gemaakt?
Maak een foto van blz 32/33 van je werkboek

Slide 22 - Question ouverte

Volgende les:
De volgende les gaan we verder met reactievergelijkingen. 

Je gaat nog 1 les oefenen. Volgende week donderdag zet ik een toets klaar. Dit is niet voor een officieel cijfer maar doe je dit niet goed krijg je herstelopdrachten.

Slide 23 - Diapositive