Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Lj3 Grammatica H4.7 basis en kader
Kijk het volgende filmfragment!
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Kijk het volgende filmfragment!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Nederlands: twijfelwoorden
jou/jouw, dan/als, hun/hen/zij
Slide 5 - Diapositive
Jou - jouw
'Jou' is een persoonlijk voornaamwoord.
'Jouw' is een bezittelijk voornaamwoord.
Slide 6 - Diapositive
Is dat ____ vader?
A
jou
B
jouw
Slide 7 - Quiz
Ik vind ____ erg aardig.
A
jou
B
jouw
Slide 8 - Quiz
Ik heb ____ boek gelezen.
A
jou
B
jouw
Slide 9 - Quiz
____ tas is rood.
A
Jou
B
Jouw
Slide 10 - Quiz
Ik houd van ____.
A
jou
B
jouw
Slide 11 - Quiz
Is dat huis van ____?
A
jou
B
jouw
Slide 12 - Quiz
Dan - als
Anders
dan
, hetzelfde
als
.
Slide 13 - Diapositive
Bram is groter ____ Luuk.
A
dan
B
als
Slide 14 - Quiz
Ik ben zo stil ____ een muis.
A
dan
B
als
Slide 15 - Quiz
Zij is net zo leuk ____ jij.
A
dan
B
als
Slide 16 - Quiz
Hij is even oud ____ zijn tweelingbroer.
A
dan
B
als
Slide 17 - Quiz
Maria is twee keer zo lang ____ haar zusje.
A
dan
B
als
Slide 18 - Quiz
Jij weet dat beter ____ ik.
A
dan
B
als
Slide 19 - Quiz
Hun - hen - zij
'Hun' is een bezittelijk voornaamwoord/meewerkend voorwerp (voorzetsel+hen).
Ik geef
aan hen
advies.
Ik geef
hun
advies.
'Hen' is een persoonlijk voornaamwoord/lijdend voorwerp.
'Zij' is een persoonlijk voornaamwoord/onderwerp.
Zij
pesten
hen
.
Slide 20 - Diapositive
____ hebben een hond.
A
Hun
B
Hen
C
Zij
Slide 21 - Quiz
Ik geef ____ een boek.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 22 - Quiz
Dat is ____ werk.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 23 - Quiz
Geef je dit cadeau aan ____?
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 24 - Quiz
Hij beledigt ____.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 25 - Quiz
Ik geef ____ een bloem.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 26 - Quiz
Uitdaging: alles door elkaar!
Slide 27 - Diapositive
____ schilderij is mooier ____ mijn schilderij.
A
Jouw, als
B
Jou, als
C
Jouw, dan
Slide 28 - Quiz
____ auto staat naast ____ auto.
A
Hun, jou
B
Zij, jouw
C
Hen, jouw
D
Hun, jouw
Slide 29 - Quiz
____ zijn net zo snel ____ jullie.
A
Zij, als
B
Hun, als
C
Zij, dan
D
Hun, dan
Slide 30 - Quiz
Hannah is langer ____ Jan. Ze is even groot ____ Karim.
A
als, als
B
dan, als
C
als, dan
Slide 31 - Quiz
____ werken op ____ laptop.
A
Zij, hun
B
Hun, zij
C
Hen, hun
Slide 32 - Quiz
____ oma is ouder ____ die van ____.
A
Jou, dan, hun
B
Jouw, als, hen
C
Jouw, als, hun
D
Jouw, dan, hen
Slide 33 - Quiz
Aan het werk
Maak nu de opdrachten van paragraaf 4.7 Grammatica
Volgende week woensdag:
toets paragrafen 3.7 en 4.7 Grammatica!
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Lj3 Grammatica H4.7 basis en kader
Mars 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Lj3 Grammatica H4.7 basis en kader
Février 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
hun of hen
Juillet 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
Nederlands D2V18
Janvier 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Hoofdstuk 4.7 grammatica
Février 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Taalverzorging 4.6 en 4.7
Janvier 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Gebruik van persoonlijk voornaamwoord lijdend voorwerp
Avril 2023
- Leçon avec
14 diapositives