Stappenplan zinsontleding
Stap 1: Zoek de persoonsvorm (verander de zin van tijd)
Stap 2: Zoek en benoem de andere ww. (vd of inf)
Stap 3: Noteer het gezegde onder de zin (alle ww. + "aan het" en "te" vlak voor het ww)
Stap 4: Zet zinsdeelstrepen (zo groot mogelijk deel voor de pv)
Stap 5: onderwerp (wie/wat + pv + rest gez?)
Stap 6: lijdend voorwerp (wie/wat + pv + ow + rest gez?)
Stap 7: meewerkend voorwerp (aan/voor + wie/wat + pv + ow + lv + rest gez?)
Stap 8: Benoem de bijwoordelijke bepaling(en) (plaatsen, tijden etc.)