SLB week 7
1 / 43
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 8 - Diapositive
2-5 min
Start de les met een korte introductie over het
onderwerp criminele uitbuiting. Leg vervolgens
duidelijk uit wat de leerlingen gaan doen: namelijk:
film kijken en vervolgens met de hoofdpersonages
appen. Benadruk hierbij dat het een fictief verhaal is
en dat de personages acteurs zijn.
Slide 9 - Diapositive
⚠ Let op: Geef duidelijk bij de leerlingen aan
dat we het vandaag over dit onderwerp gaan
hebben en niet over de persoonlijke situatie van
de leerlingen. Geef aan dat de leerlingen niks
hoeven te delen waar ze zich ongemakkelijk bij
voelen en dat ze altijd na de les bij je
Slide 10 - Diapositive
2-5 min
Start de les met een korte introductie over het
onderwerp criminele uitbuiting. Leg vervolgens
duidelijk uit wat de leerlingen gaan doen: namelijk:
film kijken en vervolgens met de hoofdpersonages
appen. Benadruk hierbij dat het een fictief verhaal is
en dat de personages acteurs zijn.
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
⏰ 5 min
Na het kijken van de film is het belangrijk om deze
even kort te bespreken.
⚠ Let op: Houd de nabespreking kort, tijdens het
appen met de hoofdpersonages is er ruimte om
meer de diepte in te gaan over dit onderwerp.
Je kunt onderstaande vragen gebruiken om de film
in het kort met de leerlingen te bespreken:
• Kan iemand vertellen waar de film over ging?
• Kan iemand vertellen wat er gebeurd is met
Eddie?
Slide 13 - Diapositive
2-5 min
Schrijf de link naar het appgesprek op het bord en deel
de klas op in groepjes van 3 à 4 leerlingen per groep.
Zorg dat de groepjes een tablet/laptop/computer tot
hun beschikking hebben.
Geef de leerlingen de volgende opdracht: “Jullie gaan
nu in gesprek met Eddie of Eva en Gaby om erachter te
komen hoe het nu met hem gaat.” Benoem hierbij in het
verhaal van Eddie niet dat de jongeren ook met Tony
gaan appen.
Slide 14 - Diapositive
⏰ 5 min
Sluit de les klassikaal met alle leerlingen af. Geef
de leerlingen nog een aantal tips:
• De leerlingen kunnen met jou het gesprek
aangaan over het onderwerp.
• De leerlingen kunnen altijd terecht bij de
zorgcoördinator als ze zelf in de problemen
zitten of zich zorgen maken over een ander.
• De leerlingen kunnen ook online en anoniem
hun verhaal of zorgen delen met een
hulpverlener via chatmetfier.nl.
⚠ Let op: Vertel de leerlingen wat de procedure
is op school, wat gebeurt er als ze hun
ervaringen of zorgen delen, denk bijvoorbeeld
aan privacy en meldingsplicht. Als je niet goed
weet hoe dat zit bespreek dit dan voor met de
zorgcoördinator of de schoolleiding. Of vraag
of de zorgcoördinator hier wat meer over kan
vertellen tijdens de les
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 18 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 19 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 20 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 21 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 22 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 23 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 24 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 25 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 26 - Diapositive
Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.
Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.
Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.
Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.
Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.
Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.
Slide 27 - Diapositive
Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.
Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.
Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.
Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.
Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.
Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.
Slide 28 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 29 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 30 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 31 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 32 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 33 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 34 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 35 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 36 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 37 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Geef tip en top
Slide 38 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat vonden jullie van de les?
Slide 39 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 40 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 41 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 42 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 43 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
