Vandaag via LessonUp de toetsvragen doorlopen en bespreken.
Volgende week dinsdag 21 mei nieuwe proefexamen, zodat jullie het echte examen alsnog kunnen maken.
Dinsdag 28 mei proefexamen bespreken + examentraining
Dinsdag 4 juni examen
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4
Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Planning
Vandaag via LessonUp de toetsvragen doorlopen en bespreken.
Volgende week dinsdag 21 mei nieuwe proefexamen, zodat jullie het echte examen alsnog kunnen maken.
Dinsdag 28 mei proefexamen bespreken + examentraining
Dinsdag 4 juni examen
Slide 1 - Diapositive
examenvragen
Slide 2 - Diapositive
Wat wordt in kaart gebracht bij een externe analyse?
A
Eigen financiën
B
Klanttevredenheid
C
Sterktes en zwaktes
D
Trends in de markt
Slide 3 - Quiz
Een wasmiddelenfabrikant wil zichtbaarder zijn in winkels waar de producten worden verkocht. Welke handelspromotie is in dit geval het meest geschikt?
A
Display
B
Uithangbord
C
Incentives
Slide 4 - Quiz
Wat is een kenmerk van kwantitatief onderzoek?
A
Gegevens worden altijd verzameld door deskresearch.
B
Het levert diepgaande informatie op.
C
De verzamelde gegevens geven cijfermatig inzicht.
Slide 5 - Quiz
Een installatiebedrijf heeft de volgende onderzoeksvraag. ‘Welke factoren hebben invloed op de tevredenheid van onze klanten?’ Welk soort onderzoek past bij deze vraag?
A
Beschrijvend onderzoek
B
Verklarend onderzoek
C
Verkennend onderzoek
Slide 6 - Quiz
Een communicatie-uiting van een adverteerder gericht op een grote groep consumenten die verspreid wordt via (massa)media. Welk marketingcommunicatie-instrument is hier beschreven?
A
Direct marketing
B
Winkelcommunicatie
C
Reclame
D
Salespromotion
Slide 7 - Quiz
Een manager van een restaurant krijgt regelmatig klachten over de onvriendelijkheid van de bediening. Met wat voor soort marktonderzoek kan de manager inzicht in de klachten krijgen?
A
Productevaluatie
B
Klanttevredenheidsonderzoek
C
Koopgedraganalyse
D
Afnemersanalyse
Slide 8 - Quiz
Een televisieprogramma biedt de kijker extra beleving of informatie via een app op de smartphone of tablet. Welk marketingcommunicatiemiddel is hier beschreven?
A
Display-advertentie
B
QR-code
C
Online advertorial
D
Second screen
Slide 9 - Quiz
Een groothandel in kleding biedt een kledinglijn aan onder de eigen merknaam. Van welk type merk is sprake bij deze kledinglijn?
A
Distribuantenmerk
B
Keurmerk
C
Fabrikantenmerk
Slide 10 - Quiz
Een centrum voor dagbehandeling biedt fysiotherapie voor ouderen aan. Van welke marketingvorm is dit een voorbeeld?
A
Handelsmarketing
B
Consumentenmarketing
C
Dienstenmarketing
Slide 11 - Quiz
Een vaste groep van personen die regelmatig deelneemt aan onderzoek. Welke methode van onderzoek is hier beschreven?
A
Groepsdiscussie
B
Panel
C
Experiment
Slide 12 - Quiz
Een supermarktketen hecht veel waarde aan klantvriendelijkheid. Het personeel van de supermarkt begroet klanten bij binnenkomst in de winkel. Van welk onderdeel van customer service is hier sprake?
A
Aftersalesservice
B
Salesservice
C
Pre-salesservice
Slide 13 - Quiz
Een bekende ijsproducent brengt een nieuwe variant ijs op de markt. Bakjes ijs met de smaak van een bekende chocoladekoekjesproducent. Beide merken zijn duidelijk te zien op de verpakking. Van welke merkstrategie is hier sprake?
A
Trading down
B
Brand extension
C
Co-branding
Slide 14 - Quiz
Een winkel in huishoudelijke artikelen heeft weinig personeel in de winkel en laat klanten zelf cadeaus inpakken. Waarvan is hier sprake?
A
Prijsdistributie
B
Servicedistributie
Slide 15 - Quiz
Een supermarkt besluit naast levensmiddelen ook vakanties aan te bieden. Welke assortimentsdimensie verandert hierdoor?
A
Lengte
B
Consistentie
C
Diepte
Slide 16 - Quiz
Een kledingmerk heeft als beleid om op alle socialmediaberichten te reageren, ook als er geen vraag wordt gesteld of klacht wordt gedeeld. Van welke vorm van webcare is hier sprake?
A
Reactieve webcare
B
Proactieve webcare
C
Preventieve webcare
Slide 17 - Quiz
Tankstations gaan steeds meer levensmiddelen verkopen. Hierdoor zijn tankshops mini-supermarkten geworden. Van welke beweging in de bedrijfstak is hier sprake?
A
Specialisatie
B
Branchevervaging
C
Integratie
Slide 18 - Quiz
Welk soort consumentenproduct heeft een laag aankoopbedrag en hoge aankoopfrequentie?
A
Convenience good
B
Unsought good
C
Shopping good
Slide 19 - Quiz
Een frisdrankenfabrikant introduceert een nieuwe frisdrank. Het bedrijf wil dat zo veel mogelijk consumenten hiervan op de hoogte zijn. Welk medium is hiervoor het meest geschikt?
A
Dagblad
B
Tijdschrift
C
Televisie
D
Vakblad
Slide 20 - Quiz
Diverse musea geven studenten en 65-plussers korting op een entreekaartje. Welke methode van prijszetting is hier toegepast?
A
Psychologische prijszetting
B
Prijsdiscriminatie
C
Prijsdifferentiatie
Slide 21 - Quiz
De Jong ICT-oplossingen heeft op dit moment twee bedrijfswagens. Doordat het bedrijf groeit, wil De Jong vier extra bedrijfswagens aanschaffen.
Van welk type vraag is hier sprake?
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
Slide 22 - Quiz
Een webshop in elektronica geeft de klant tips welke producten bij elkaar passen of elkaar aanvullen. Zo geven zij klanten de kans om bij aankoop van een stofzuiger ook stofzuigerzakken aan te schaffen. Waarvan is hier sprake?
A
Upselling
B
Deepselling
C
Crossselling
Slide 23 - Quiz
Een modeketen met een aantal fysieke winkels is een webshop gestart. De omzet hiervan gaat ten koste van die van de fysieke winkels.
Waarvan is hier sprake?
A
Contrasegmentatie
B
Kannibalisatie
C
Geconcentreerde marketing
Slide 24 - Quiz
Wat is een kenmerk van een dienst?
A
Heterogeniteit
B
Onvergankelijkheid
C
Tastbaarheid
Slide 25 - Quiz
Bij welke marktvorm heeft een aanbieder nauwelijks invloed op de prijs?
A
Oligopolie
B
Monopolie
C
Volledige mededinging
Slide 26 - Quiz
Wat is een kenmerk van omnichanneling?
A
De webwinkel is optimaal afgestemd op andere verkoopkanalen.
B
De webwinkel is het enige verkoopkanaal van een organisatie.
C
De webwinkel fungeert als tussenpersoon tussen klant en leverancier.
Slide 27 - Quiz
Welke partij handelt in goederen met het buitenland?
A
Discounter
B
Exporteur
C
Service merchandiser
Slide 28 - Quiz
De afzet van dieselmotoren voor boten neemt al jaren af. Veel producenten kiezen ervoor om alleen nog elektrische motoren te ontwikkelen. In welke fase van de productlevenscyclus bevindt de dieselmotor zich?
A
Neergang
B
Introductie
C
Volwassenheid
Slide 29 - Quiz
Een kledingfabrikant verkoopt zijn producten alleen via detaillisten met een goed kwaliteitsimago. Van welke distributiestrategie is hier sprake?
A
Exclusieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Intensieve distributie
Slide 30 - Quiz
Een voetbaltijdschrift richt zich op de volgende doelgroep: mensen van alle leeftijden die geïnteresseerd zijn in binnen- en buitenlands topvoetbal. Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?
A
Demografisch
B
Psychografisch
C
Gedrag
Slide 31 - Quiz
De mate waarin de resultaten van een onderzoek bij herhaling overeen zullen komen met het voorgaande onderzoek. Welk begrip is hier beschreven?
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Representativiteit
Slide 32 - Quiz
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Slide 33 - Diapositive
Een vorm van buitenreclame die vaak langs auto(snel)wegen wordt ingezet. Welk marketingcommunicatiemiddel is hier beschreven?
A
Billboard
B
Affiche
C
Banner
Slide 34 - Quiz
Wat is een kenmerk van een gestructureerd interview?
A
De volgorde van de vragen is flexibel.
B
Er is veel ruimte om door te vragen.
C
De vragen liggen vooraf al vast.
Slide 35 - Quiz
Een producent van smartphones voor de zakelijke markt gaat ook smartwatches ontwikkelen voor zakelijk gebruik. Van welke groeistrategie is hier sprake?
A
Marktontwikkeling
B
Productontwikkeling
C
Diversificatie
D
Marktpenetratie
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Diapositive
Een zelfstandig ondernemer vraagt bij de introductie van een nieuw product een lage prijs om snel marktaandeel te winnen. Welke prijsstrategie hanteert de zelfstandig ondernemer?
A
Kostengeoriënteerde prijsstrategie
B
Afroomprijsstrategie
C
Penetratieprijsstrategie
Slide 38 - Quiz
Welk zakelijk product kent een hoog leveringsrisico en een laag financieel risico?
A
Knelpuntproduct
B
Strategisch product
C
Hefboomproduct
Slide 39 - Quiz
Wat is een kenmerk van dropshipping?
A
De fysieke winkel zorgt voor een optimale schapinrichting.
B
De webwinkel heeft geen eigen voorraad van het verkochte product.
C
De detailhandel doet aan gezamenlijke inkoop om kosten te besparen.
Slide 40 - Quiz
Geadresseerd promotiemateriaal aan klanten of potentiële klanten. Welk marketingcommunicatie-instrument is hier beschreven?