Quiz Hoofdstuk 3

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welke menssoort was eerder?
A
Homo Erectus
B
Homo Sapiens
C
Homo Florensis
D
Neanderthaler

Slide 2 - Quiz

Historie is vanaf het moment dat mensen het schrift gebruiken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Welke rivieren stroomde in Mesopotamië?
A
Tigris en de Eufraat
B
Nijl en de Tigris
C
Eufraat en de Nijl
D
Nijl en de Ganges

Slide 4 - Quiz

1. Hoe kwamen mensen in de steentijd aan eten?
A
Jagen op de markt, vissen
B
Jagen verzamelen, vissen
C
Jagen, landbouw, vissen
D
Jagen, landbouw, op de markt

Slide 5 - Quiz

2. Wat werd allemaal van een dier in de steentijd om van te eten?
A
Vlees en botten
B
Vlees, ingewanden en botten
C
Vlees, botten en huid
D
Alles behalve huid en botten

Slide 6 - Quiz

Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?

A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 7 - Quiz

Tempels en beelden waren bij de oude Grieken vaak felgekleurd.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?

Pythagoras
A
Geschiedenis
B
Natuurkunde
C
Wiskunde
D
Politiek

Slide 9 - Quiz

Vraag 1: Volgens een legende werd Rome gesticht door 2 broers. Wie waren dat?
A
Romilus en Remus
B
Romulus en Remus
C
Remus en Caesar
D
Romulus en Caesar

Slide 10 - Quiz

Vraag 3: Welk van de definities beschrijft het Pax Romana het beste?
A
Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Julius Caesar
B
Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Hadrianus
C
Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Augustus
D
Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Constantijn

Slide 11 - Quiz

Wie is Jupiter
A
De Romeinse god van de liefde
B
De Romeinse god van de oorlog
C
De Romeinse godin van de wijsheid
D
Onze hond

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Vraag 6: Elk jaar koos het Romeinse volk consuls. Hoeveel consuls werden er gekozen?
A
4
B
3
C
2
D
Groep van 50 mannen

Slide 14 - Quiz

Vraag 8: Waarom namen de Romeinen graag Griekse slaven?
A
De Griekse slaven konden mooie Griekse tempels bouwen
B
De Griekse slaven konden lekkere gyros maken, daar hielden de Romeinen wel van
C
De Griekse slaven konden de Romeinse kinderen onderwijzen
D
De Griekse slaven waren vaak vriendelijker dan slaven uit andere landen

Slide 15 - Quiz

Vraag 10: De Romeinen zijn ook in Nederland geweest. Maar niet overal! Waar liep de grens in Nederland?
A
Langs de Maas
B
Langs de Rijn
C
Langs het IJselmeer
D
Alleen Limburg was Romeins

Slide 16 - Quiz

Vraag 13: De mensen die in Limburg, België en Frankrijk woonden noemden de Romeinen...
A
Galliërs
B
Noormannen
C
Bataven
D
Germanen

Slide 17 - Quiz

Vraag 17: Arme Romeinen leefden in flatjes. Hoe noemen we die flatjes?
A
Insula
B
Villa
C
Via

Slide 18 - Quiz

Vraag 20: Een speciaal soort slaaf was de gladiator. Hij kon namelijk zijn vrijheid terug winnen, maar hoe?
A
Hij moest minimaal 50 keer optreden in de arena
B
Hij moest minimaal 6 tegenstanders verslaan
C
Hij moest zijn dominus vermoorden
D
Succesvolle en geliefde gladiatoren werden soms uit genade en dankbaarheid verklaart tot een vrij man

Slide 19 - Quiz

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer en hem helpen bij het bestuur en in de oorlog.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 20 - Quiz

Hoeveel kilo kon een harnas van een ridder vroeger wegen?
A
10 kilo
B
30 kilo
C
50 kilo
D
70 kilo

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Hoe dik konden sommige kasteelmuren zijn?
A
2 meter
B
4 meter
C
5 meter
D
6 meter

Slide 23 - Quiz

En de winnaar is.....

Slide 24 - Diapositive