Quiz Hoofdstuk 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Vraag 1: Volgens een legende werd Rome gesticht door 2 broers. Wie waren dat?

1. Romilus en Remus
2. Romulus en Remus
3. Remus en Caesar
4. Romulus en Caesar

Vraag 2: Rome heeft veel verschillende vormen van bestuur gehad. Welk van de volgende soorten bestuur had Rome niet?

1. Democratie
2. Republiek
3. Dicator

Vraag 3: Welk van de definities beschrijft het Pax Romana het beste?

1. Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Julius Caesar
2. Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Hadrianus
3. Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Augustus
4. Periode van 200 jaar van vrede, die begon met keizer Constantijn

Vraag 4: Wat voor soort mensen zaten er in de senaat?

1. Rijke Romeinen
2. Belangrijke Romeinen
3. Rijke Romeinse mannen
4. Rijke en belangrijke Romeinse mannen

Vraag 5: Wat is een republiek?

1. Land met als staatshoofd een president
2. Land met als staatshoofd een koning
3. Land met als staatshoofd een dictator
4. Land met als staatshoofd een senaat

Vraag 6: Elk jaar koos het Romeinse volk consuls. Hoeveel consuls werden er gekozen?

1. 4
2. 3
3. 2
4. Groep van 50 mannen

Vraag 7: Na wie zijn dood braken er burgeroorlogen uit?

1. Octavianus
2. Julius Caesar
3. Constantijn
4. Augustus

Vraag 8: Waarom namen de Romeinen graag Griekse slaven?

1. De Griekse slaven konden mooie Griekse tempels bouwen
2. De Griekse slaven konden lekkere gyros maken, daar hielden de Romeinen wel van
3. De Griekse slaven konden de Romeinse kinderen onderwijzen
4. De Griekse slaven waren vaak vriendelijker dan slaven uit andere landen

Vraag 9: Wat zijn Limes?

1. Versterkte grens van het Romeinse Rijk
2. Versterkte Zuid grens van het Romeinse Rijk
3. Versterkte Oost grens van het Romeinse Rijk
4. Versterkte Noord grens van het Romeinse Rijk

Vraag 10: De Romeinen zijn ook in Nederland geweest. Maar niet overal! Waar liep de grens in Nederland?

1. Langs de Maas
2. Langs de Rijn
3. Langs het IJselmeer
4. Alleen Limburg was Romeins

Vraag 11: Hoe noemden de Romeinen het gebied waarin wij leven?

1. Germania Ferior
2. Germania Inferor
3. Germania Inferior
4. Germania Feriori

Vraag 12: Hoe noemden de Romeinen de inwoners van het gebied Germania Inferior

1. Galliërs
2. Germanen
3. Noormannen
4. Bataven

Vraag 13: De mensen die in Limburg, België en Frankrijk woonden noemden de Romeinen...

1. Galliërs
2. Noormannen
3. Bataven
4. Germanen

Vraag 14: De Bataafse Opstand vond plaats in het jaar...

1. 69 v. Chr
2. 67 v. Chr
3. 67 na Chr
4. 69 na Chr

Vraag 15: Welke definitie beschrijft het begrip romanisering het beste?

1. Overdragen van de Romeinse cultuur door andere volken
2. Overdragen of overnemen van de Romeinse cultuur door andere volken
3. Overnemen van de Romeinse cultuur door andere volken

Vraag 16: Welk antwoord over Romeinse toiletten is waar?

1. De meeste Romeinen hadden nog geen eigen toilet, zij deden hun behoeftes in de bosjes.
2. De meeste Romeinen hadden al een eigen toilet.
3. De meeste Romeinen hadden geen eigen toilet. Zij gingen lekker op een openbaar toilet zitten poepen!

Vraag 17: Arme Romeinen leefden in flatjes. Hoe noemen we die flatjes?

1. Insula
2. Villa
3. Via

Vraag 18: Wat zijn proletariërs?

1. Arme Romeinen
2. Arme Romeinse mannen
3. Werkeloze Romeinen
4. Arme en werkeloze Romeinen

Vraag 19: Het Romeinse Rijk was een agrarisch-stedelijke samenleving. Dit betekend dat...

1. Het grootste gedeelte van de mensen in de stad woonden in villa's. Het kleinste gedeelte woonden op het platteland.
2. Het grootste gedeelte van de mensen in de stad woonden in insula. Het kleinste gedeelte woonden op het platteland.
3. Het grootste gedeelte van de mensen in de stad woonden in insula. Het kleinste gedeelte woonden in villa's op het platteland.
4. Het grootste gedeelte van de mensen in de stad woonden in villa's. Het kleinste gedeelte woonden in insula op het platteland.

Vraag 20: Een speciaal soort slaaf was de gladiator. Hij kon namelijk zijn vrijheid terug winnen, maar hoe?

1. Hij moest minimaal 50 keer optreden in de arena
2. Hij moest minimaal 6 tegenstanders verslaan
3. Hij moest zijn dominus vermoorden
4. Succesvolle en geliefde gladiatoren werden soms uit genade en dankbaarheid verklaart tot een vrij man

Vraag 21: Het Romeinse Rijk werd gesplitst in twee delen, wanneer gebeurde dit?

1. In 395 na Chr.
2. In 396 na Chr.
3. In 395 voor Chr.
4. In 396 voor Chr.

Vraag 22: Welk deel van het Romeinse Rijk was het rijkst?

1. West Romeinse Rijk
2. Oost Romeinse Rijk

Vraag 23: Welke definitie beschrijft het begrip de Grote Volksverhuizing het beste?

1. Periode tussen de 2e en 5e eeuw waarin veel volken door Europa rondtrokken en zich in nieuwe gebieden vestigden.
2. Periode tussen de 3e en 6e eeuw waarin veel volken door Europa rondtrokken en zich in nieuwe gebieden vestigden.
3. Periode tussen de 3e en 5e eeuw waarin veel volken door Europa rondtrokken en zich in nieuwe gebieden vestigden.
4. Periode tussen de 4e en 5e eeuw waarin veel volken door Europa rondtrokken en zich in nieuwe gebieden vestigden.

Laatste vraag: Hoeveel jaar zit er ongeveer tussen de val van het West en het Oost Romeinse Rijk?

1. 1000 jaar
2. 100 jaar
3. 10000 jaar
4. 10 jaar