6.02 Voedselrelaties


6.02 Voedselrelaties
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


6.02 Voedselrelaties

Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Populaties maken deel uit van een ecosysteem.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Wind
Grond
individu
populatie
ecosysteem
Levensgemeenschap
Abiotische factor

Slide 4 - Question de remorquage

Een regenbui is een abiotische factor.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

a-biotische
factor
Biotische factor

Slide 6 - Question de remorquage

Leerdoel
  • Je kan een voedselketen opstellen
  • Je kan een voedselweb opstellen
  • Je kan de kringloop van stoffen  beschrijven en daarin producenten, consumenten en reducenten  onderscheiden

Slide 7 - Diapositive

Voedselrelaties
Konijn eet gras: planteneter
Hert eet ook gras: planteneter
Vos eet konijn: vleeseter
Wezel eet ook konijn: vleeseter
Reiger eet vis: vleeseter
Ijsvogel eet ook vis: vleeseter

Slide 8 - Diapositive

Voedselketen
  • Pijltje = Wordt gegeten door (dus gaat in...)
  • dus: radijsje wordt gegeten door konijn
  • konijn wordt gegeten door uil. 

Slide 9 - Diapositive

Voedselketen 
schakel = deel (organisme) van een voedselketen.

De eerste schakel van een voedselketen is altijd een plant.
De tweede schakel is altijd een planteneter. 
De derde schakel is altijd een vleeseter 

Slide 10 - Diapositive

Voedselketen = elke soort is voedsel voor een andere soort

Slide 11 - Diapositive

Voedselweb= meerdere voedselketens door elkaar

Slide 12 - Diapositive

Let op: een voedselketen of voedselweb begint altijd met een plant!

Slide 13 - Diapositive

Producenten zijn planten


produceren voedsel voor mens en dier
Hebben geen andere organismen nodig om te kunnen groeien
(water, koolstofdioxide en wat mineralen)

Slide 14 - Diapositive

Consumenten 1ste orde= planteneters of herbivoren

Slide 15 - Diapositive

Consumenten 1e en/of 2e orde = alleseter of omnivoren

Slide 16 - Diapositive

Consumenten 2e of 3e, etc. orde= vleeseters of carnivoren

Slide 17 - Diapositive

Afvaleters= eten dode resten van planten en dieren (consumenten)

Slide 18 - Diapositive

Reducenten = bacterie
en/ of schimmels

Slide 19 - Diapositive

Kringloop

Slide 20 - Diapositive

Quizje!

Slide 21 - Diapositive

Een paardenbloem behoort tot de consumenten.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz


Sloot
In een sloot komen de volgende soorten organismen voor:
    1) alg;               4) stekelbaars;
    2) baars;          5) watervlo.
    3) snoek;
   
Welke reeks kan een voedselketen van deze soorten weergeven?
   

A
1 – 2 – 4 – 5 – 3
B
1 – 5 – 4 – 2 – 3
C
5 – 1 – 3 – 4 – 2
D
5 – 4 – 2 – 3 – 1

Slide 23 - Quiz

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
bladluis 
buizerd 
konijn 
lieveheersbeestje 
merel 
planten 

Slide 24 - Question de remorquage

Aan het (huis)werk
 6.02 Voedselrelaties
Lezen? blz 61
Maken opdr. 5 t/m 10 (11 hoeft niet)

Slide 25 - Diapositive