Les 6 koolstofkringloop

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Aan welke kenmerken herken je een ecosysteem in successie

Doel

Je begrijpt BINAS 93F, je kunt uitleggen onder welke omstandigheden, op welke plekken, door welke organismen en op welke tijdschaal de verschillende processen (pijlen) plaats vinden.

Je hebt inzicht in de rol van producenten, consumenten en reducenten in de koolstofkringloop en hoe deze rol door de mens beinvloed kan worden (landbouw, veeteelt, composteren, conderveren voedsel etc)

Koolstofkringloop

Volg het element C in het ecosysteem.

"Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren"

Organisch en anorganisch

• Organische stoffen: moleculen met in ieder geval C en H (koolhydraten, eiwitten, vetten)
• Anorganische stoffen: de rest (H2O, CO2, zouten, mineralen)

Open binas 93F. Noteer alle anorganische stoffen.

Assimilatie/Dissimilatie

Assimilatie: opbouwen van organische stof uit anorganische stof (fotosynthese/chemosynthese)

Voortgezette assimilatie: verwerken van organische stoffen tot nieuwe eiwitten, vetten, koolhydraten, DNA, vitaminen etc

Dissimilatie: afbreken van organische stoffen tot anorganische (verbranding)

Assimilatie kost energie, dissimilatie levert energie op (ATP/Warmte)

Consument

Producent

afvaleters

Mineralen

Reducent

koolstofkringloop, binas 93F

Anorganische koolstof wordt geassimileerd door:

1. alleen producenten
2. alleen consumenten
3. alleen reducenten
4. alle 3

Zoek voorbeelden op van producenten en consumenten (1e en 2e orde) in water.

lange koolstofkringloop

lange koolstofkringloop

Snelle cyclus

Opslag C in bodem en bomen

gemiddeld 200 jaar.

Beredeneer waarom houtkachels wel/niet een CO2 neutrale bron van warmte zijn.

Huiswerk

lezen 23.5 en 23.6

mk 23.5 (als je dat nog niet gedaan had)

mk 23.6 komt na uitleg stikstofkringloop