M&M klas 2 par. 4.3 +HH

Naar een ander soort samenleving.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Naar een ander soort samenleving.

Slide 1 - Diapositive

Wat herinneren we ons nog van vorige paragrafen?

Slide 2 - Carte mentale

Voor de vakantie
Drie Beroepssectoren:
  • Primaire Sector = landbouw + visserij (+ mijnbouw)
  • Secundaire sector= Industrie
  • Tertiaire sector= (commerciële) dienstverlening

Automatisering leidt tot minder werkgelegenheid.



Slide 3 - Diapositive

Ontstaan industrie (19e eeuw)
Katoenplantages Amerika --> slavernij. Slavernij werd in 1865 in Amerika afgeschaft omdat het tegen de gedachten van vrijheid en gelijkheid ging van de Franse Revolutie.

Ligging katoenplantages vaak aan rivieren i.v.m. vervoer geplukte katoen.

Geplukte katoen werd verkocht aan koopmannen in Europa en thuis bewerkt door boerengezinnen (= Huisnijverheid).

Oude energiebronnen als: wind-, water- en spierkracht werden vervangen door stoomkracht opgewekt door stoommachines in fabrieken --> Huisnijverheid kon hier niet tegen concurreren... 

Slide 4 - Diapositive

Wat was het gevolg van het feit dat de huisnijverheid niet kon concurreren met de fabrieken?

Slide 5 - Question ouverte

een Industriële samenleving
Huisnijverheid kon niet concurreren tegen de massale productie in de fabrieken dus werkloze boeren trokken naar de stad, hierdoor groeiden de steden enorm = urbanisatie. 

De bewoners van de stad waren burgers, we spreken daarom van de tijd van Burgers en Stoommachines. 

De verandering van Huisnijverheid naar industrie noemen we de industriële revolutie.




Slide 6 - Diapositive

Werkgevers en werknemers
Ondernemers met fabrieken werden werkgevers en de arbeiders in de fabrieken waren werknemers. De relatie tussen deze 2 partijen was erg onpersoonlijk! Arbeiders werden slecht betaald en klanten profiteerden van lage prijzen en kochten steeds meer. De fabriekseigenaren werden hierdoor steeds rijker!

Doordat de afzet groeide van producten moest er steeds meer geproduceerd worden, dit betekend dat er steeds meer en sneller grondstoffen nodig waren die naar de afzetmarkten moesten worden gebracht --> De stoomtrein deed zijn intrede! (1821 in G-B, 1839 NL)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Met welk begrip heeft de voorgaande afbeelding te maken?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe werden producten gemaakt voor het ontstaan van fabrieken?

Slide 10 - Question ouverte

Imperialisme
Door industrialisatie steeds meer grondstoffen nodig (rubber, olie, tin & koper) 

Makkelijker aan te komen als je de gebieden veroverde waar deze grondstoffen vandaan kwamen --> meer macht & rijkdom

Uitbreiden gebied om machtiger en rijker te worden = Imperialisme

Kolonies zorgden ook voor nieuwe afzetmarkten.

Slide 11 - Diapositive

Van kolonialisme naar Imperialisme
Nederland had al sinds de VOC en WIC tijd kolonies in Suriname, de Antillen en Nederlands Indie.

Als je gebieden veroverd om eraan te verdienen = kolonialisme

Eind 19e eeuw breidden Europese landen hun kolonies nog verder uit, kolonialisme ==> imperialisme.

Slide 12 - Diapositive

Om welke reden breidden de Europese landen in de 19e eeuw hun gebieden buiten Europa uit?
A
Om meer slaven te krijgen.
B
Om meer grondstoffen te bezitten
C
Om meer soldaten te kunnen werven.
D
Om eraan te verdienen

Slide 13 - Quiz

vakbonden
Door industrialisatie werd er meer verdiend, maar de rijkdom was ongelijk verdeeld. Arbeiders deden gevaarlijk en ongezond werk en verdienden zo weinig dat het hele gezin moest meewerken in de fabriek!

Arbeiders werden ontevreden en richtten vakbonden op. 
Dit waren verenigingen die onderhandelden met werkgevers over betere werkomstandigheden.


Slide 14 - Diapositive

Kinderarbeid
Op kinderarbeid kwam steeds meer kritiek.
  • er werd aangetoond dat het werk ongezond was voor kinderen.
  • fabriekseigenaren kwamen er achter dat ze beter kinderen in dienst konden nemen die de lagere school af hadden gemaakt.

steeds meer werk werd door machines gedaan + door vakbonden en sociale wetten gingen de lonen omhoog = kinderarbeid niet meer nodig!

1874: Kinderwetje van Van Houten


Slide 15 - Diapositive

Noem 3 redenen waardoor er een einde kwam aan kinderarbeid in de 19e eeuw.

Slide 16 - Question ouverte