Functiewoorden, verwijswoorden - Les 17, 18 blz. 70-77

Uit je boek van Kern:




Deze lessen gaan over alinea's, functiewoorden 
en 
verbindingswoorden


1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Uit je boek van Kern:




Deze lessen gaan over alinea's, functiewoorden 
en 
verbindingswoorden


Slide 1 - Diapositive

Alinea's
Zinnen die bij elkaar horen, staan samen in een alinea. De verschillende alinea's in een tekst volgen elkaar op een logische manier op en iedere alinea heeft een eigen functie in de tekst. 
Elke alinea bevat een kernzin die de belangrijkste boodschap van de alinea bevat. Bijna elke tekst bestaat uit een inleiding, kern en slot. 

Slide 2 - Diapositive

In welk deel van de tekst (inleiding, kern, slot) verwacht je onderstaande zin?
En daarom raad ik iedereen aan meer televisie te kijken.

Slide 3 - Question ouverte

In welk deel van de tekst (inleiding, kern, slot) verwacht je onderstaande zin?
Televisiekijken biedt bovendien de broodnodige ontspanning.

Slide 4 - Question ouverte

In welk deel van de tekst (inleiding, kern, slot) verwacht je onderstaande zin?
Het moge duidelijk zijn: televisiekijken is de beste invulling van je vrije tijd.

Slide 5 - Question ouverte

In welk deel van de tekst (inleiding, kern, slot) verwacht je onderstaande zin?
Zullen onze kleinkinderen nog weten wat televisie is?

Slide 6 - Question ouverte

Kern § 17: 
Functiewoorden 

De volgende slides gaan over § 17. 
Je leert wat functiewoorden zijn 
en hoe ze je helpen om de 
structuur van een tekst
 te bepalen.
Pak bladzijde 70 erbij voor de theorie

Slide 7 - Diapositive

Functiewoorden
- Kondigt de functie van een tekstdeel of alinea aan. 
- De schrijver vertelt je wat je in het tekstdeel kunt verwachten. 
- Staat meestal in de eerste zin van een alinea. 
Voorbeelden van functiewoorden:
aanleiding     definitie      voorbeeld       gevolg     afweging           nuancering     anekdote   oplossing     argument    verklaring
constatering      samenvatting

Slide 8 - Diapositive

Wat is het functiewoord in de zin:
Een belangrijk gevolg van deze maatregel is minder criminaliteit.
A
belangrijk
B
deze
C
gevolg
D
is

Slide 9 - Quiz

Wat is het functiewoord in de zin:
Ter nuancering: niet iedereen zal meedoen met het project.
A
project
B
meedoen
C
iedereen
D
nuancering

Slide 10 - Quiz

Wat is het functiewoord in de zin:
De oplossing ligt voor de hand. We moeten meer boeken lezen!
A
moeten
B
oplossing
C
hand
D
boeken

Slide 11 - Quiz

Wat is het functiewoord in de zin:

Minder eten of meer bewegen: het blijft een afweging voor veel mensen die te zwaar zijn.
A
afweging
B
minder
C
zwaar
D
bewegen

Slide 12 - Quiz

Even terug naar de functiewoorden: Verklaring, oorzaak, gevolg en oplossing zijn nog lang niet alle functiewoorden, ken jij er nog meer?

Slide 13 - Question ouverte

Dan nu over naar de 
Verbindingswoorden!
(ook wel signaalwoorden genoemd)

Slide 14 - Diapositive

Kern § 18: 
Verbindings-
woorden 

De volgende slides gaan over § 18. 
Je leert de opbouw 
van een tekst herkennen met behulp 
van verbindingswoorden. 
Pak bladzijde 74 erbij voor de theorie

Slide 15 - Diapositive

Verbindingwoorden
Verbindingswoorden geven het verband aan tussen zinnen binnen een alinea en kleinere tekstdelen. Verbindingswoorden laten zien hoe de zinnen in één alinea met elkaar samenhangen. Een verbindingswoord duidt ook altijd een verband aan. Het woordje 'omdat' is bijvoorbeeld een verbindingswoord. Het verband wat 'omdat' aangeeft is: een reden, oorzaak gevolg. Zie volgende slide voor verbindingswoorden en hun verbanden.

Slide 16 - Diapositive

En dit zijn ze nog niet allemaal...

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

§18 verbindingswoorden, blz. 74
Pak het schema met verbindings-woorden erbij
Noem van de komende zinnen het verbindings-woord en benoem het verband

Slide 21 - Diapositive

Als ik lees, voel ik me ontspannen.
verbindingswoord en verband?

Slide 22 - Question ouverte

Voordat ik aan mijn huiswerk begin, lees ik vaak even.
verbindingswoord en verband?

Slide 23 - Question ouverte

Zo lees ik tegenwoordig 'Het gouden ei' van Tim Krabbé. Superspannend!
verbindingswoord en verband?

Slide 24 - Question ouverte

Ik heb dus de perfecte pauze ontdekt.
verbindingswoord en verband?

Slide 25 - Question ouverte

Daardoor pak ik na school direct mijn boek. verbindingswoord en verband?

Slide 26 - Question ouverte

Kortom, ik lees me fris!
verbindingswoord en verband?

Slide 27 - Question ouverte

Opdracht

Artikel verbindingswoorden 
1. Zoek een artikel op in een online krant
2. Onderstreep alle verbindingswoorden
3. Typ erachter welke verbinding tussen ( ) .... bijvoorbeeld:(oorzaak/gevolg)


Slide 28 - Diapositive