Grammatica zinsdelen onderwerp 8feb

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen

onderwerp

De persoonsvorm is altijd....

1. een persoon
2. een werkwoord

Mijn buurman wil graag een beroemd zanger worden.
Wat is de persoonsvorm?

Lesdoel

1. Je kunt de persoonsvorm en het onderwerp in een korte zin aanwijzen. 
2. Je kunt alle werkwoorden in een zin aanwijzen. 

Het onderwerp (ow) :

- geeft aan wie of wat iets doet in de zin.

- is een mens, dier, ding, plant of eigennaam of het verwijst naar een mens, dier, ding, plant of eigennaam.

- heeft ALTIJD hetzelfde getal als de persoonsvorm. Ze staan dus allebei in het enkelvoud OF allebei in het meervoud. 

Hoe vind je het onderwerp (ow) ?

1. Verander de persoonsvorm van getal. (van enkelvoud maak je dus meervoud of andersom)

Het woord dat mee moet veranderen, is het onderwerp

2. Stel de vraag wie of wat + persoonsvorm?

Het antwoord op deze vraag is het onderwerp

Wat is het onderwerp?
Gelukkig ruimde Sjoerd zijn spullen meteen op.

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

eet

Piet

vallen

de stoel

de hond

sliep

de rozen

bloeide

Bespreken huiswerk

Huiswerk - opdracht 4

1. De verpakkingen van levensmiddelen moeten E-nummers vermelden. 
2. De chauffeur van Tram 1 zegt iedereen vriendelijk goedemorgen. 
3. In onze schoolkantine worden lekkere broodjes met gezond beleg verkocht.

Huiswerk - opdracht 4

4. De kitesurfers aan het strand maken fantastische         sprongen. 

5. Wanneer mogen de leerlingen van de                            brugklas naar het theater?

6. Bij ons in de schuur staat een elektrische fiets met      minstens zeven versnellingen. 

Belangrijke tips!

• de persoonsvorm en het onderwerp zijn qua aantal gelijk (meervoud - meervoud, enkelvoud - enkelvoud)
• Deel de zin in zinsdelen. Let op: alles wat in de zin al voor de persoonsvorm is één zinsdeel. Zet daar dus geen strepen tussen! 

Onderwerp?
De gymleraar heeft de basketballen alvast gepakt.

Onderwerp?
De uitnodiging voor de bruiloft van mijn neef is te laat verstuurd.

Waaraan herken je werkwoorden?

Werkwoorden
Deze wiskundesom vindt Anouk heel makkelijk.

werkwoorden

onderwerp (ow)

eet

Piet

weigeren

de stoel

de hond

sliep

de rozen

bloeide

Huiswerk

1. Kijk goed naar je huiswerk. Ik heb je je werk teruggestuurd via Teams. Kijk naar wat je fout hebt gedaan. Snap je het?

Zo niet: schrijf je vraag op en stel die morgen tijdens de les. 

2. Maak een nieuwe opdracht in Teams: 'vind het onderwerp, de persoonsvorm en de werkwoorden'. 

Ik kan het onderwerp in de zin vinden.

010

Ik kan werkwoorden in de zin vinden.

010