K1 H3 spelling

Hoofdstuk 3

Spelling

Doelen

- Aan het einde van de les weet ik de regel voor meervoudsvormen op -en.
- Aan het einde van de les weet ik de regel voor meervoudsvormen op -ee en -ie.
- Aan het einde van de les weet ik de spellingregel voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd.

Meervouden op -en

Vaak hoef je alleen maar -en achter een woord te zetten:

boer --> boeren

Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen:

klas --> klassen

Soms moet je een a,e,o of u weghalen

schaar --> scharen

Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v:

brief --> brieven

Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z:

huis --> huizen

Wat is het meervoud van loods

1. loodsen
2. loodssen
3. lodsen
4. looddssen

Wat is het meervoud van bed?

1. beden
2. bedden

Wat is het meervoud van sloot?

1. slooten
2. slootten
3. sloden
4. sloten

Wat is het meervoud van bedrijf?

1. bedrijven
2. bedrijfen
3. bedreven
4. bedrijffen

Wat is het meervoud van baas?

1. baasen
2. basen
3. bazen

Meervouden op -en met trema*

Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ie, maak je hetmeervoud met -ën of -n.

Als de klemtoon op de -ie valt, komt er -ën bij

knie--> knieën

Als de klemtoon niet op de -ie valt, komt er een -n bij en op de laatste e een trema:

bacterie--> bacteriën

Wat is het meervoud van bacterie?

1. bacterien
2. bacteriën
3. bacterieën

Wat is het meervoud van strategie?

1. strategies
2. strategieën
3. strategiën

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Spellingsregels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd:

1. Ik erbij of jij erachter: alleen de stam

vb: ik loop

loop jij

2. Anders in het enkelvoud: stam +t

jij loopt

hij loopt

hij vindt

3. In het meervoud: het hele werkwoord:

wij lopen

jullie vinden

Als je bij een werkwoord niet hoort of er een -t achter moet, zoals bij vind (eindklank t), dan maak je er het woord: smurf van.

Hij vindt

Hij smurft

Noteer de stam van:
vallen

Noteer de stam van:
groeten

Noteer de stam van:
schrijven

Noteer de stam van:
verbergen

Noteer de stam van:
landen

Noteer de stam van:
verven

Noteer de stam van:
vragen

Noteer de stam van:
vertellen

Noteer de stam van:
troosten

Noteer de stam van:
lezen

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Je hoort wanneer -t achter de stam moet:
Die aanpak ... altijd volgens de docent. (lukken)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Je hoort wanneer -t achter de stam moet:
Ik ... vijf kilometer in een uur. (rennen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Je hoort wanneer -t achter de stam moet:
De bejaarde man ... op de snelweg. (wandelen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Je hoort wanneer -t achter de stam moet:
Het schoolfeest ... al om zeven uur. (beginnen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Je hoort wanneer -t achter de stam moet:
... jij dat ook? (horen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Gebruik zo nodig het woord 'smurfen':
De auto met kapotte remmen ... de etalage in. (rijden)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Gebruik zo nodig het woord 'smurfen':
Mijn buurmeisje ... altijd wel wat op de markt. (vinden)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Gebruik zo nodig het woord 'smurfen':
De bloemist ... op de bloemenveiling. (bieden)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Gebruik zo nodig het woord 'smurfen':
... je het altijd goed? (raden)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in van het woord tussen haakjes. Gebruik zo nodig het woord 'smurfen':
Ik ... mijn vingers aan de oven. (branden)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
'We ... niet meer' zeiden de agenten. (waarschuwen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
Mijn vriendin ... op tijd te komen. (beloven)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
Mijn nichtje ... altijd drie keer achter elkaar. (niezen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
De regering ... geiten vanwege de Q-koorts. (ruimen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
De docenten ... de jarige met zijn verjaardag. (feliciteren)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
... jij morgen met mij mee?(rijden)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
... jullie ook zo van slangen? (griezelen)

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in:
Dracula ... van horrorfilms. (houden)

Doelen

- Aan het einde van de les weet ik de regel voor meervoudsvormen op -en.
- Aan het einde van de les weet ik de regel voor meervoudsvormen op -ee en -ie.
- Aan het einde van de les weet ik de spellingregel voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd.

Wat wist je al?

Wat heb je geleerd?

Wat vind je nog moeilijk?