4.1 Deel 1

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Introductie + Mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Introductie + Mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen

Slide 1 - Diapositive

Komende periode:
VWO: Hoofdstuk 4 Voortplanting
HAVO: Hoofdstuk 4 Voortplanting en Seksualiteit

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van de secundaire geslachtskenmerken.
  • Je licht toe wat tertiaire geslachtskenmerken zijn, hoe seksuele geaardheid kan verschillen en wat ongewenste intimiteiten zijn.

Slide 3 - Diapositive

Welke primaire en secundaire geslachtskenmerken ken je?

Slide 4 - Diapositive

En hoe zit dit voor intersekse personen?

Slide 5 - Diapositive

Interseksueel
Er zijn verschillende genetische afwijkingen die er toe leiden dat iemand lichamelijk niet zuiver mannelijke óf vrouwelijke kenmerken heeft.

85.000 mensen in Nederland.
1 op 200!
 

Slide 6 - Diapositive

Een ovotestis is een gonade met zowel testiculaire als ovariële aspecten.

Slide 7 - Diapositive

Interseksueel
AOS (androgeenongevoeligheidsyndroom): XY maar testes werken niet. Uitwendig een vrouw maar baarmoeder, eierstokken ontbreken.

Hermafroditisme: beide externe geslachtskenmerken zijn aanwezig.

Slide 8 - Diapositive




In de zaadballen worden de zaadcellen geproduceerd, ze worden opgeslagen in de bijballen.
Zaadcellen optimumtemperatuur: ongeveer 35°C .
Na de geboorte dalen de zaadballen in vanuit de buikholte.

BINAS 86A1

Slide 9 - Diapositive




Bij een erectie vullen de zwellichamen zich met bloed.
Zaadlozing: spiertjes rondom bijbal trekken samen.
BINAS 86A1

Slide 10 - Diapositive




Sperma: Zaadcellen met vocht van prostaatklier (base, neutraliseert zure omgeving vagina) en zaadblaasje (fructose (energie), prostaglandines (bevordert beweeglijkheid) en fibrinogeen (verdikking sperma)).
BINAS 86A1

Slide 11 - Diapositive

Mannelijke geslachtsorganen
Voordat de zaadcellen de plasbuis bereiken, scheiden de klieren van Cowper eerst voorvocht uit. Het slijm uit deze klieren neutraliseert de plasbuis. Achtergebleven urine kan namelijk de zaadcellen doden. Het voorvocht vormt 
daarnaast goedwerkend glijmiddel. 

Slide 12 - Diapositive

Spermatogenese
Begint vanaf de puberteit.
Zaadcellen worden gevormd in de 
zaadbuisjes van de testes (zaadballen). 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing ongeveer 3 mL vrij-> 350 miljoen zaadcellen
= 10 % van het sperma.



Slide 13 - Diapositive

Zaadballen
Zaadcellen worden gevormd in
de testes, in de zaadbuisjes.
Deze zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig, die produ-
ceren testosteron.

Slide 14 - Diapositive

Zaadballen
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. 
Helemaal aan de binnenkant
zitten de voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
mbv trilharen.

Slide 15 - Diapositive

Vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 16 - Diapositive






Urinebuis korter bij vrouwen-> grotere kans op blaasontsteking.
Vagina: lage pH door melkzuurbacteriën voorkomt ontwikkeling ongewenste schimmels en bacteriën.
Maagdenvlies - misleidende naam.
BINAS 86B1

Slide 17 - Diapositive

De clitoris is vele malen groter dan dat knopje wat je ziet

Slide 18 - Diapositive

Baarmoeder
  • formaat peer
  • gespierde wand
  • binnenkant slijmvlies
  • iedere maand wordt het slijmvlies dikker voor eventueel embryo
  • geen embyro? slijmvlies laat los = menstruatie

Slide 19 - Diapositive





In de eierstokken (ovaria) worden de eicellen geproduceerd.
Menstruatie - spieren van baarmoeder trekken samen en stoten baarmoeder slijmvlies af.
BINAS 86B1

Slide 20 - Diapositive





In de eierstok rijpen elke maand meerdere eicellen. Eentje wordt maar helemaal rijp. Een eicel wordt omgeven door follikelcellen (voedende cellen).
BINAS 86B1

Slide 21 - Diapositive

Eierstokken
  • formaat pruim
  • rijping eicellen in follikels
  • eisprong (ovulatie) = rijpe eicel barst uit follikel
  • eileider ligt er als trechter overheen (eileider buisje van 15 cm lang)
  • peristaltische beweging en trilharen vervoeren eicel
  • bevruchte eicel doet er een paar dagen over om de baarmoeder te bereiken

Slide 22 - Diapositive

Tijdens de sex
  • Vagina kan oprekken (15 cm doorsnede, er moet immers een baby doorheen passen). In rust 7 - 10 cm diep, bij seksuele opwinding iets dieper.
  • Begin (1/3) vagina is nauwer, de bekkenbodemspieren liggen hier omheen.
  • In rust liggen wanden vagina tegen elkaar.
  • Binnenkant geribbeld, eerste ribbel kan hoger zijn = maagdenvlies.

Slide 23 - Diapositive

Maagdenvlies
Die ribbel noem je het hymen. 

Dat er een 'vlies' doorgeprikt moet worden is totale onzin.

Tijdens de sex kan (in gespannen toestand) dit vlies iets beschadigen, daardoor gaan bloeden, maar is TOTAAL ONNODIG, als je voorzichtig bent, de tijd neemt en allebei ontspannen bent.

Slide 24 - Diapositive

Naam
Functie
kleine schaamlip (binnenste schaamlip)
bevat klieren die slijm produceren om de ingang glad te maken
clitoris
vangt seksuele prikkels op
vagina
afvoeren menstruatie en hierlangs wordt kind geboren
baarmoeder
hierin komt sperma terecht en ontwikkeling embryo
eierstok
produceert eicellen
eileider
vervoert eicellen
urinebuis
vervoert urine (kortere buis dan bij mannen)

Slide 25 - Diapositive

Welke Binastabellen zijn verder handig?
BINAS 86B Geslachtsorganen vrouw
BINAS 86D Oögenese en spermatogenese

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van de secundaire geslachtskenmerken.
  • Je licht toe wat tertiaire geslachtskenmerken zijn, hoe seksuele geaardheid kan verschillen en wat ongewenste intimiteiten zijn.

Slide 27 - Diapositive

En wat nu?
Aan de slag met Hoofdstuk 4 paragraaf 1
Zie de planner op Somtoday voor HW opgaven

Slide 28 - Diapositive

Geslachtskenmerken
  • Primaire geslachtskenmerken: kenmerken waaraan je het geslacht kunt bepalen en bij geboorte aanwezig zijn
  • Secundaire geslachtskenmerken: lichamelijke veranderingen in puberteit onder invloed van hormonen
  • Tertiaire geslachtskenmerken: geestelijke veranderingen in puberteit onder invloed van hormonen

Slide 29 - Diapositive