meervouden en verkleinwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

meervoud en verkleinen

meervoudsvormen

De meeste (zelfstandig naam)woorden hebben een meervoudsvorm die eindigt op: 
-en, -s, -eren

meervoud: -en, -s, -eren

een boek, twee boeken

een tafel, twee tafels
een kind, twee kinderen

soms apostrof s -> 's

 Als een woord eindigt op een enkele klinker die lang klinkt, gebruik je 's in het meervoud (voor de leesbaarheid):

pinda's, auto's, baby's, paraplu's, taxi's, hobby's, pasta's, foto's, loempia's, menu's

maar: cowboy-cowboys, cadeau-cadeaus

afkortingen: 's

cd-cd's

dvd-dvd's

 na dubbele klinker: -ën, "n of 

-s 

1.  Eindigt op -ie -->  in meervoud:

  - ën als klemtoon op ie ligt --> encyclopedie, encyclopedieën

 - "n als klemtoon ergens anders ligt --> bacterie, bacteriën 

2. Eindigt op -ee --> -ën  moskee, moskeeën

na dubbele klinker: -ën, "n of

-s 

na -é --> -s :  café,  cafés

Wat is het meervoud van zee?

1. zees
2. zeën
3. zeeën

Wat is het meervoud van industrie?

1. industries
2. industrieën
3. industriën

Wat is het meervoud van calorie?

1. caloriën
2. calories
3. calorieën

Wat is het meervoud van logé?

1. logees
2. logés
3. logé's

Wat is het meervoud van bureau?

1. bureaus
2. bureau's

Wat is het meervoud van slechterik?

1. slechteriken
2. slechterikken

 einde: onbeklemtoonde letters?

Geen dubbele medeklinker op het einde!

perzik-perziken

kievit -kieviten

slechterik-slechteriken

middel-middelen

maar dus wel: pak-pakken, sik-sikken, kat-katten

woord verkleinen

toevoegen: -je, -tje, -etje,-pje, 

zakje, touwtje, trappetje, probleempje

soms aanpassen met extra medeklinker: kannetje, balletje

of klinker op het einde: menuutje, opaatje

afkorting/letterwoord

--> 'tje

a4'tje, wc'tje

woord verkleinen: -ng

een woord dat eindigt op -ng verklein je met -kje (g weghalen) of -etje

camping-campinkje

leerling-leerlingetje

woorden met medeklinker en klinker

--> 'tje:

baby-baby'tje   (meervoud: baby -baby's) 

maar: cowboy-cowboytje (meervoud: cowboy-cowboys)

Hoe verklein je 'woning'?

1. woningetje
2. woninkje
3. woningkje

Hoe verklein je 'cadeau'?

1. cadeau'tje
2. cadeautje

Hoe verklein je 'paraplu'?

1. parapluutje
2. paraplutje