2.4 Nederland in het interbellum

2.4 Nederland in het interbellum
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2.4 Nederland in het interbellum

Slide 1 - Diapositive

Agenda van de les
-Lezen 2.4
- Uitleg 2.4 + test met lessonUp Ipad
-Maken opdrachten 2.4: 
1, 2 en 3 

Slide 2 - Diapositive

Wat was het interbellum ook alweer?
A
De periode tussen WOI en WOII
B
De crisisjaren van de jaren 30
C
Een andere benaming voor WOI
D
Een andere benaming voor WOII

Slide 3 - Quiz

Welvaart en de verzuiling
- 1919-1929: er was veel welvaart in Nederland (fietsen, 8,5 uur durende werkdag, de luchtvaart ontwikkelde)​
- Sinds 1919 kregen de confessionelen de meeste stemmen​
- Katholieken, protestanten, socialisten en liberalen leefden gescheiden: eigen partijen, kranten, vakbonden, ziekenfondsen, scholen en sportclubs -> ze leefden gescheiden in groepen: De Verzuiling​
- Liberalen wilden geen zuil​
- Protestanten en katholieken ontmoedigden contacten met andere groepen​
- De verzuiling nam tijdens het interbellum toe​

- De radio ontstond in de jaren ‘20: de radio-omroepen waren ook verzuild (NCRV, KRO, VARA, AVRO)​

De zendtijd werd gelijk verdeeld

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Verzuiling
  • In deze jaren kenmerkt NL zich door de verzuiling
  • Opgesplitst in verschillende groepen met een eigen levensbeschouwing
  • Zuilen: katholieken, protestanten, socialisten en liberalen
  • Gescheiden werelden: eigen kranten, vakbonden, ziekenfondsen, scholen, sportclubs en radio-omroepen
  • Een middel om evenwicht te creëren → geen overheersing van één dominante groep

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Waar begon de crisis van de jaren '30?
A
Rusland
B
Nederland
C
Verenigde Staten
D
Duitsland

Slide 9 - Quiz

De grote depressie in Nederland
- Na de beurskrach in de VS steeg de werkloosheid in Nederland (250 000 man)​
- Werklozen kregen een uitkering en moesten elke dag 2x naar het stempellokaal​
- V.a. 1933 was Hendrik Colijn minister-president​
- Hij wilde niet dat de overheid meer uit ging geven: deze aanpassingspolitiek leidde tot bezuinigingen​
- 1934: salarissen van ambtenaren worden gekort, uitkeringen worden 10% verminderd. gevolg: rellen in de Jordaan: ​
- De Nederlandse economie ging bergafwaarts: in 1936 500 000 werkelozen ​

Slide 10 - Diapositive


Stelling I: In Nederland was in de jaren 1919 - 1929 nauwelijks werkloosheid en een groeide welvaart, omdat er veel vraag was naar Nederlandse producten.
Stelling II: Omdat Nederland neutraal was tijdens de WOI heeft het land geen enkele gevolgen ondervonden van WOI.
A
I is juist en II is onjuist
B
I is onjuist en II is juist
C
Zowel I als II is juist
D
Zowel I als II is onjuist

Slide 11 - Quiz

De afbeelding hiernaast is een goed voorbeeld van verzuiling?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

De controle bij uitkeringen in de crisis was streng om (1) ... te voorkomen. Daarom moesten werklozen 2 keer per dag (2) ...

Welke begrippen horen op de puntjes te staan?
A
1. verdere werkloosheid 2. op werkverschaffing
B
1. verdere werkloosheid 2. stempelen
C
1. zwartwerken 2. op werkverschaffing
D
1. zwartwerken 2. stempelen

Slide 13 - Quiz

Koppel het begrip aan de juiste afbeelding
Stempelen
Beurskrach
Werkverschaffing
Aanpassings-
politiek

Slide 14 - Question de remorquage

Wat hield de aanpassingspolitiek van Hendrik Colijn in?
A
Hierdoor probeerde hij de nieuwe minister-president te worden
B
Hierdoor werd er bezuinigd op uitkeringen en ambtenarensalarissen
C
Hierdoor werd er een wereldwijd vredescontact gesloten
D
Hierdoor werd er geld geleend van de Verenigde Staten

Slide 15 - Quiz

Wat was de grootste oorzaak voor de weer opbloeiende economie
van Nederland in 1936?
A
De economische bloei in de Verenigde Staten
B
De Aanpassingspolitiek van Colijn
C
Het loslaten van de Gouden Standaard
D
De Jordaanoproer

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Wat valt je op aan het filmpje?

Slide 18 - Question ouverte

Klaar? > Huiswerk
Ga aan de slag met 2.4 opdracht 1 t/m 4. Dit is het huiswerk voor de eerste les na de vakantie. (woensdag 12 mei 2021)

Slide 19 - Diapositive