EXTRA UITLEG: Werkwoordspelling en leestekens

wie snapt het nu vraagt de meester
1 / 48
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

wie snapt het nu vraagt de meester

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Diapositive

POETSEN [tt]

Ik _____________ mijn tanden twee keer per dag

Slide 3 - Question ouverte

BALEN [tt]

De juf _____________ er van als kinderen ruzie maken.


Slide 4 - Question ouverte

BELONEN [tt]

Hendrik _____________ zijn paard.


Slide 5 - Question ouverte

ZINGEN [tt]

Jij _____________ op je hardst mee!

Slide 6 - Question ouverte

KOM [tt]

_____________ jij morgen naar school?

Slide 7 - Question ouverte

FILMEN [tt]

_____________ jij je vader op zijn werk?

Slide 8 - Question ouverte

NEMEN [tt]

De kinderen _____________ boeken mee naar school.

Slide 9 - Question ouverte

KLUIVEN [tt]

Mijn vader en oom _____________ aan de kippenpoot.

Slide 10 - Question ouverte

Wat heb ik geleerd?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

FIETSEN [vt]

Ik _____________ gisteren naar mijn tante

Slide 13 - Question ouverte

BEDOELEN [vt]

Peter en Kaja _____________ vorige week de moeilijke rekenles


Slide 14 - Question ouverte

SPELEN [vt]

Wij _____________ gisteren maar een half uur.

Slide 15 - Question ouverte

KLEUREN [vt]

Jij _____________ vorige week in het boek.

Slide 16 - Question ouverte

ANTWOORDEN [vt]

Toen _____________ jij met een kort antwoord.

Slide 17 - Question ouverte

MAKEN [vt]

Wij _____________ gisteren de deur van ons nieuwe huis open.

Slide 18 - Question ouverte

GAAN [vt]

Ik _____________ gisteren naar de bioscoop.

Slide 19 - Question ouverte

VINDEN [vt]

Jij _____________ er vorig jaar ook niks aan.

Slide 20 - Question ouverte

Wat heb ik geleerd?

Slide 21 - Carte mentale

Slide 22 - Diapositive

BELEVEN

We hebben iets geks _____________.

Slide 23 - Question ouverte

LEREN

Zij heeft goed voor de toets _____________.



Slide 24 - Question ouverte

HINKELEN

We hebben op school _____________.

Slide 25 - Question ouverte

KLEUREN

We hebben op het papier _____________.

Slide 26 - Question ouverte

DOEN

Ik heb dat niet _________________.

Slide 27 - Question ouverte

ZIJN

Hij is nog nooit in Afrika _____________.

Slide 28 - Question ouverte

KENNEN

Wij hebben alle namen _____________.

Slide 29 - Question ouverte

KNOPEN

De conciërge heeft de touwen aan elkaar _____________.


Slide 30 - Question ouverte

Wat heb ik geleerd?

Slide 31 - Carte mentale

CITATEN
Stap 1: Zet haakjes om de citaat (wat er letterlijk wordt gezegd).
Stap 2: Zet de hoofdletters op de goede plek.
Stap 3: Ze de overige leestekens op de goede plek.


Slide 32 - Diapositive

piet zegt de gym was leuk

Slide 33 - Question ouverte

piet zegt de gym was leuk

Slide 34 - Question ouverte

moeder vraagt ruim je even op

Slide 35 - Question ouverte

moeder vraagt ruim je even op

Slide 36 - Question ouverte

ruim je even op vraagt moeder

Slide 37 - Question ouverte

ruim je even op vraagt moeder

Slide 38 - Question ouverte

de meester vraagt wie snapt het nu

Slide 39 - Question ouverte

de meester vraagt wie snapt het nu

Slide 40 - Question ouverte

wie snapt het nu vraagt de meester

Slide 41 - Question ouverte

jan zegt dit is makkelijk

Slide 42 - Question ouverte

jan zegt dit is makkelijk

Slide 43 - Question ouverte

dit is makkelijk zegt jan

Slide 44 - Question ouverte

dit is makkelijk zegt jan

Slide 45 - Question ouverte

Wat heb ik geleerd?

Slide 46 - Carte mentale

Hoe heb ik gewerkt?

Slide 47 - Carte mentale


A
Ik snap dit 100%
B
Ik wil extra uitleg

Slide 48 - Quiz