Grammatica 2.7: wg en lv

grammatica zinsdelen

Dit ken je al:
- persoonsvorm
- zinsdeelproef
- onderwerp
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

grammatica zinsdelen

Dit ken je al:
- persoonsvorm
- zinsdeelproef
- onderwerp

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen van vandaag
hoofdstuk 2.7

Ik kan het werkwoordelijk gezegde herkennen. 

Ik kan het lijdend voorwerp herkennen. 

Slide 2 - Diapositive

Kennen jullie het werkwoordelijk gezegde (wg) al?
'Ik heb gisteren gebakken aardappelen gegeten.'
Wat is in deze zin het wg?

Slide 3 - Question ouverte

het werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde vertelt
wat er gebeurt of wat er gedaan wordt: de handeling.

Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin

De persoonsvorm is dus ook een onderdeel van het gezegde
en er kan ook een voltooid deelwoord bij zitten.

De vogel vloog met zijn snuitjes tegen het raam aan.
De man heeft  te veel snoep gegeten.

Slide 4 - Diapositive

'Ik vroeg de man naar de weg.'
Wat is in deze zin het wg?

Slide 5 - Question ouverte

'Ik wilde de man naar de weg vragen.'
Wat is in deze zin het wg?

Slide 6 - Question ouverte

'Ik heb de man naar de weg gevraagd.'
Wat is in deze zin het wg?

Slide 7 - Question ouverte

'Ik had de man naar de weg willen vragen.'
Wat is in deze zin het wg?

Slide 8 - Question ouverte

Ik kan het werkwoordelijk gezegde herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Sondage

Kennen jullie het lijdend voorwerp (lv) nog?
'Ik geef mijn leesboek graag aan jou.'
Wat is hier het lv?
A
ik
B
mijn leesboek
C
aan jou
D
graag

Slide 10 - Quiz

het lijdend voorwerp
Ik ben vandaag niet op de fiets gekomen.

Niet iedere zin heeft een lv !
Er staat nooit een voorzetsel voor het lv !


Slide 11 - Diapositive

Wat is het lv?
'Veel leerlingen kopen in de
kleine pauze een lekker tussendoortje.'
A
Veel leerlingen
B
in de kleine pauze
C
een lekker tussendoortje
D
staat geen lv in de zin

Slide 12 - Quiz

Wat is het lv?
'Sommige spinnen maken
heel kunstige webben in de achtertuin.'
A
Sommige spinnen
B
webben
C
heel kunstige webben
D
in de achtertuin

Slide 13 - Quiz

Wat is het lv?
'Ik heb aan mijn liefste tante
een bos rozen uit Aalsmeer gegeven.'
A
mijn liefste tante
B
ik
C
Aalsmeer
D
een bos rozen

Slide 14 - Quiz

Wat is het lv?
'De professor heeft uren met zijn hoofd in de studieboeken gezeten.'
A
met zijn hoofd
B
in studieboeken
C
de professor
D
staat geen lv in de zin

Slide 15 - Quiz

Ik kan het lijdend voorwerp herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage