20. repaso verbos

¡Buenos días!
Cádiz
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

¡Buenos días!
Cádiz

Slide 1 - Diapositive

¿Qué hacemos hoy?

  • Repaso verbos

  • Leesvaardigheid

  • Los deberes
Cádiz

Slide 2 - Diapositive

Los verbos

Slide 3 - Diapositive

De regelmatige werkwoorden:

Slide 4 - Diapositive

Fran ____ (hablar) español

Slide 5 - Diapositive

Fran ____ (hablar) español
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken? 
Él/ella/usted (Fran=hij)
2. Wat is de stam?
Hablar - ar = HABL
3. In welk rijtje van het schema kijk ik? 
In het rijtje met AR werkwoorden (want je hebt net AR weggehaald). 
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt? 
De juiste uitgang is A, want je kijkt in het rijtje van AR, bij ÉL.
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Habla (stam+de juiste uitgang = habl + a)

Slide 6 - Diapositive

Carolina ____ (trabajar) en una escuela.

Slide 7 - Diapositive

Carolina ____ (trabajar) en una escuela.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?
Él/ella/usted (Carolina=zij)
2. Wat is de stam?
trabajar- ar = TRABAJ
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met AR werkwoorden (want je hebt net AR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is A, want je kijkt in het rijtje van AR, bij ELLA.
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Trabajar (stam+de juiste uitgang = trabaj + a)

Slide 8 - Diapositive

Ellos ___ (conducir) en el coche.

Slide 9 - Diapositive

Ellos ___ (conducir) en el coche.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

Ellos (laatste persoon meervoud)
2. Wat is de stam?
conducir - IR = conduc
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met IR werkwoorden (want je hebt net  IR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'EN', want je kijkt in het rijtje van ellos (ir)
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Conducen (stam+de juiste uitgang = conduc +en)

Slide 10 - Diapositive

Maria y yo ___ (beber) leche.

Slide 11 - Diapositive

Maria y yo ___ (beber) leche.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

Naam + yo = nosotros 
2. Wat is de stam?
beber - er = BEB
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met ER werkwoorden (want je hebt net  ER weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'EMOS', want je kijkt in het rijtje van 'er'. 
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Bebemos (stam+de juiste uitgang = beb+emos)

Slide 12 - Diapositive

Tú ____(abrir) la puerta.

Slide 13 - Diapositive

Tú ____(abrir) la puerta.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

2. Wat is de stam?
Abrir - ir = abr
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met IR werkwoorden (want je hebt net  IR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'ES', want je kijkt in het rijtje van 'ir'. 
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Abres (stam+de juiste uitgang = ABR+ES)

Slide 14 - Diapositive

Carmen y tú ____ (leer) un libro.

Slide 15 - Diapositive

Carmen y tú ____ (leer) un libro.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

Naam + tú = vosotros 
2. Wat is de stam?
LEER - ER = LE
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met ER werkwoorden (want je hebt net  ER weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'ÉIS', want je kijkt in het rijtje van 'ER'. 
5. Wat is nu het juiste antwoord?
LEÉIS (stam+de juiste uitgang = LE+ÉIS)

Slide 16 - Diapositive

Yo _____ (cantar) una canción.

Slide 17 - Diapositive

Yo _____ (cantar) una canción.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?
yo
2. Wat is de stam?
CANTAR-AR = CANT
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met AR werkwoorden (want je hebt net AR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'O', want je kijkt in het rijtje van 'AR'.
5. Wat is nu het juiste antwoord?
CANTO (stam+de juiste uitgang = CANT+O)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

x
x
x
x
x
x
x
2. 'la casa nueva' dat betekent: het nieuwe huis
5. Hay un cuarto de invitados = er is een logeerkamer. Ook had je het kunnen zien in de afbeelding en in de woordjes. 
6. "Tengo una televisión pequeña"
7. "Tenemos una terraza" het gaat over een terras, niet over een tuin! 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

x
x
x
x
x
Soy de Amsterdam
Soy de Alicante
Mamá es de Barcelona (ze komt er vandaan)
Oh, llama Angela, una amiga (een vriendin)

Slide 22 - Diapositive

¿Listos?
1. Open je schrift
2. Maak voor jezelf een samenvatting van een grammatica onderdeel die je nog lastig vindt. 
3. Zorg dat je alle informatie in je eigen woorden opschrijft. Je kan dit gebruiken om te leren voor de toetsweek. 
4. Kom je er tijdens het schrijven van de samenvatting achter dat je het lastig vindt. Stel dan gerust vragen!
klaar?

Slide 23 - Diapositive