Waarom wil men genetische variaties vaak vermijden in de veeteelt en de akkerbouw?
Slide 12 - Question ouverte
Iemand ontdekt op een stuk bouwland een tarweplant die veel langer is dan de andere tarweplanten in de omgeving. Welke verklaringen zijn hiervoor denkbaar?
Slide 13 - Question ouverte
Kan er bij mannen ook recombinatie door crossing-over optreden van allelen van het X-chromosoom?
A
ja, het zijn homologe chromosomen
B
nee, het zijn homologe chromosomen
C
ja, het zijn heterosome chromosomen
D
nee, het zijn heterosome chromosomen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
In wat voor cellen is de kans het grootst, dat een optredende mutatie een grote uitwerking heeft?
A
geslachtcellen
B
stamcellen
C
geslachtcellen en stamcellen
D
geen
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
In welke cellen is de kans op een opgetreden mutatie het minst merkbaar: Bij een kiemcel van de opperhuid, een zenuwcel van het ruggenmerg, een zaadcel of een stamcel van het rode beenmerg?
A
kiemcel van
de opperhuid
B
een zenuwcel van het ruggenmerg
C
zaadcel
D
een stamcel van het rode
beenmerg
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Welk afwijkende karygram was er te zien?
A
Nr 13 = syndroom van Patau
B
Nr 18 = syndroom van edwards
C
nr 21 = syndroom van down
D
Turner syndroom XO
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
In een cel vindt een mutatie plaats waarbij CCA, CCT wordt. Welke basen bevat het m-RNA-molecule dat bij de transcriptie ontstaat?
A
GGT
B
GGU
C
GGA
D
CCU
Slide 32 - Quiz
Als in het DNA een codon voorkomt met UCA is er dan een mutatie opgetreden?
A
ja
B
nee
Slide 33 - Quiz
Het codon voor valine is GUU. Als door een mutatie de laatste base vervangen wordt door een van de andere basen, voor welk of welke aminozuren kan dit gemuteerde codon gaan coderen?