METHW-P6-W3/4 online

• methodisch werken
• MBO
• Studiejaar 2

Methodisch werken week 3

Gedragsveranderende methodieken

Als gedragsverandering voor een cliënt gewenst is b.v. afleren gedrag, aanleren gedrag of versterken wordt gekozen voor een gedragsmatige aanpak.

Twee manieren waarop dit gedaan kan worden:

Gedragsmatige aanpak (hoofdstuk 27.6.1)

Mediërende aanpak (hoofdstuk 27.6.2)

Gedragsmatige aanpak

Gaat om het leren van gedrag.

Gaat ervan uit dat alle gedrag is aangeleerd en zodoende ook kan worden afgeleerd

Reactie van de begeleider

-

Effect daarop

versterker

Negeren/isoleren

straf

Gedrag neemt af

Gedrag neemt toe

Gedrag vermindert

Afleren ongewenst gedrag

• Breng veranderingen aan in de ruimte of situatie waarin het gedrag plaatsvindt.
  
• Negeer gedrag en probeer gewenst gedrag aan te leren.
  
• Verander de reactie van jou op het gedrag en kijk wat daar het gevolg van is.
  

Benoem wijze
van belonen

Richtlijnen voor versterkers

Geef versterkers zo snel mogelijk.

Maak duidelijk voor welk gedrag een cliënt beloond wordt.

Zorg dat een versterker past bij een cliënt ( overleg met een cliënt hierover).

Negeren en time-out

Richtlijnen:

• Vraag je af of je het aankunt om gedrag te negeren.
  
• Weet dat eerst het ongewenste gedrag zal toenemen. Accepteer dit.
  
• Vertel de cliënt waarom je dit gedrag gaat negeren en welk gedrag je gewenst vindt.
  
• Negeer alleen het ongewenste gedrag.
  
• Zorg dat je een geschikte time-out ruimte hebt.
  
• Geef de cliënt aan wanneer hij uit de ruimte kan.
  

Geef de straf (indien mogelijk) zo snel mogelijk na het ongewenst gedrag.

1. Juist
2. Onjuist

Straf kun je altijd en blijvend geven.

1. Juist
2. Onjuist

De cliënt bepaalt zelf wanneer de straf is afgelopen.

1. Juist
2. Onjuist

Mediërende aanpak 

(methode Feuerstein)

Uitgangspunt

Alle mensen (ook met een verstandelijke beperking) zijn maakbaar en onderwijsbaar.

KAN NIET BESTAAT NIET

Ieder mens is in staat zich optimaal te ontwikkelen door gebruikt te maken van mediatie.

 Het aanbieden van verrijkte, speciale vormen van interactie. Dagelijkse gebeurtenissen worden gebruikt als leerervaring, om zo het denken te trainen.

Doelgerichtheid

Zingeving

Transcendentie

aandacht op iets specifieks richten. prikkel aanbieden waar cliënt ook aan toe is

leerervaringen van de ene situatie kunnen verplaatsen naar een andere situatie

activiteit moet inhoud en waarde hebben en de cliënt moet weten waarvoor hij iets moet doen

Individueel verrijkingsprogramma (IVP)

Geschikt voor mensen met een ontwikkelingsachterstand

ook ontwikkeld door Feuerstein.

Programma ontwikkelt om denkprocessen van de cliënt te verbeteren.

Denken bestaat uit drie stappen: opnemen, verwerken, weergeven.

Mediator leert de ander denken door vooral veel vragen te stellen.

Vooral gebruikt door ouders, minder door begeleiders.

Vragen??

Lesbrief 3 maken