Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
programma
huiswerk bespreken
start 2.2
Slide 1 - Diapositive
lessonup.app
Slide 2 - Lien
Noem de 6 voedingsstoffen
Slide 3 - Question ouverte
Wanneer je een hamburger opeet, breekt je lichaam het af zodat je aan energie kunt komen.
Wanneer je lichaam 1 gram koolhydraat afbreekt, verkrijgt je lichaam 4 gram aan kcal. Bij het afbreken van vetten is dat 9 kcal per gram en bij eiwitten 4 kcal per gram. 1 kcal gelijkstaat aan 4,2 kJ.
vraag: Bereken hoeveel energie er in 150g hamburger zit (in kJ).
Slide 4 - Diapositive
Wanneer je lichaam 1 gram koolhydraat afbreekt, verkrijgt je lichaam 4 gram aan kcal. Bij het afbreken van vetten is dat 9 kcal per gram en bij eiwitten 4 kcal per gram. 1 kcal gelijkstaat aan 4,2 kJ.
vraag: Bereken hoeveel energie er in 150g hamburger zit (in kJ).
Op de volgende slide vul je je antwoord in (met berekening)
Slide 5 - Diapositive
Bereken hoeveel energie er in 150g hamburger zit (in kJ).
Slide 6 - Question ouverte
2.1 Het verteringsstelsel
2.2 Het verteringsstelsel
Slide 7 - Diapositive
Doelstellingen 2.2
2.2.4 Je kunt de werking en functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
2.2.5 Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
2.2.6 Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.
= Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering.
Doel: voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
direct
via vertering = het bewerken van voedingsstoffen voordat het in het darmkanaal kan worden opgenomen.
Vertering: het omzetten van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden
Afbraak door te kauwen (mechanisch) en door verteringssappen (chemisch) toe te voegen.
Slide 11 - Diapositive
Vertering en voedingsstoffen
Water, glucose, vitaminen en mineralen passen zonder vertering door de darmwand!
Eiwitten, koolhydraten en vetten kunnen niet door de darmwand heen, deze voedingsstoffen moeten eerst verteerd worden.
Slide 12 - Diapositive
Mechanische vertering:
kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek
Vormen van vertering
Slide 13 - Diapositive
Chemische vertering:
het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Vormen van vertering
Slide 14 - Diapositive
Mechanische vertering - kauwen
Functie: voeding in kleinere stukken verdelen
, zodat:
je het voedsel beter door kan slikken
het oppervlak van het voedsel wordt
vergroot --> enzymen kunnen beter
inwerken
Slide 15 - Diapositive
In je gehele darmkanaal heeft de wand kringspieren (vernauwen) en lengtespieren (verwijden).
Peristaltische bewegingen = het afwisselend samentrekken van de kring- en lengtespieren.
Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
Mechanische vertering-darmperistaltiek
Slide 16 - Diapositive
peristaltische bewegingen
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Enzymen
Enzymen zijn stoffen die reacties sneller laten verlopen.
Het enzym zelf verandert niet en kan opnieuw gebruikt worden.
Slide 19 - Diapositive
Enzym-werking:
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Juist of onjuist?
Het kauwen van voedsel noem je mechanische vertering. (R)
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Juist of onjuist?
De inwerking van speeksel op het voedsel in de mond noem je chemische vertering. (R)
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
Enzymen zijn voor de
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering
Slide 24 - Quiz
Juist of onjuist?
Het opknippen in het darmkanaal van grote moleculen tot kleinere moleculen noem je mechanische vertering. (R)
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Door welke techniek wordt het voedsel door het spijsverteringskanaal getransporteerd?
A
parasympatische zenuwen
B
peristaltische bewegingen van zenuwen
C
Peristaltische zenuwen
D
peristaltische bewegingen van spieren.
Slide 26 - Quiz
Peristaltische bewegingen zijn een vorm van chemische vertering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
Welke spieren werken bij een peristaltische beweging?
A
Lengtespieren en Breedtespieren
B
Aleen Breedtespieren
C
Lengte en Kringspieren
D
Darmspieren
Slide 28 - Quiz
wat
opdracht maken toepassing en inzichtvragen 2.2
Hoe
lees eerst nog een keer de tekst van basisstof 2.2
Hulp
1) boek 2) medeleerling 3 ) docent
Tijd
15 minuten
Klaar
Opdrachten af?
Ga aan de slag met flitskaarten en test jezelf online