Th2 Voeding en Vertering, B2: het verteringsstelsel

2.1 Het verteringsstelsel

2.2 Het verteringsstelsel
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.1 Het verteringsstelsel

2.2 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Diapositive

Verteringsstelsel

Slide 2 - Carte mentale

Lesdoelen
  • Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
  • Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
  • Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Slide 3 - Diapositive

Verteringsstelsel
= Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. 

Doel: voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
  • direct
  • via vertering = het bewerken van voedingsstoffen voordat het in het darmkanaal kan worden opgenomen.

  • Vertering: het omzetten van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden 
  • Afbraak door te kauwen (mechanisch) en door verteringssappen (chemisch) toe te voegen.

Slide 4 - Diapositive

Vertering en voedingsstoffen
  • Water, glucose, vitaminen en mineralen passen zonder vertering door de darmwand!
  • Eiwitten, koolhydraten en vetten kunnen niet door de darmwand heen, deze voedingsstoffen moeten eerst verteerd worden.

Slide 5 - Diapositive

Mechanische vertering:
  • kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek

Chemische vertering:
  • het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Vormen van vertering

Slide 6 - Diapositive

Mechanische vertering - kauwen
Functie: voeding in kleinere stukken verdelen, zodat: 
  • je het voedsel beter door kan slikken 
  • het oppervlak van het voedsel wordt 
       vergroot --> enzymen kunnen beter 
       inwerken 

Slide 7 - Diapositive

  • In je gehele darmkanaal heeft de wand kringspieren (vernauwen) en lengtespieren (verwijden).
  • Peristaltische bewegingen = het afwisselend samentrekken van de kring- en lengtespieren.

Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
Mechanische vertering-darmperistaltiek

Slide 8 - Diapositive

peristaltische bewegingen

Slide 9 - Diapositive

Mechanische vertering:
  • kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek

Chemische vertering:
  • het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Vormen van vertering

Slide 10 - Diapositive

Verteringssappen
= sappen gemaakt door spijsverteringsklieren.
  • Speekselklieren
  • Maagsapklieren
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Darmsapklieren

Bevat vaak enzymen = helpen met het omzetten van de ene stof in een andere stof.

Slide 11 - Diapositive

Enzymen
  • Enzymen zijn stoffen die  reacties sneller laten verlopen.
  • Het enzym zelf verandert niet en kan opnieuw gebruikt worden.

Slide 12 - Diapositive

Enzym-werking:

Slide 13 - Diapositive

Hoe wordt het voedsel/ de voedingsstoffen kleiner gemaakt in ons lichaam?

Slide 14 - Question ouverte

Juist of onjuist?

Het kauwen van voedsel noem je mechanische vertering. (R)
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Juist of onjuist?

De inwerking van speeksel op het voedsel in de mond noem je chemische vertering. (R)
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Juist of onjuist?

Het opknippen in het darmkanaal van grote moleculen tot kleinere moleculen noem je mechanische vertering. (R)
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Verteringssappen

Slide 18 - Carte mentale

Enzymen zijn voor de
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering

Slide 19 - Quiz

Door welke techniek wordt het voedsel door het spijsverteringskanaal getransporteerd?
A
parasympatische zenuwen
B
peristaltische bewegingen van zenuwen
C
Peristaltische zenuwen
D
peristaltische bewegingen van spieren.

Slide 20 - Quiz

Peristaltische bewegingen zijn een vorm van chemische vertering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Welke spieren werken bij een peristaltische beweging?
A
Lengtespieren
B
Breedtespieren
C
Kringspieren
D
Darmspieren

Slide 22 - Quiz