Oefentoets H4 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Onderdeel Lezen 

• Hoofdstuk 4 (afronding)
  
  

Oefentoets H4, onderdeel Lezen (feiten, meningen en argumenten)

1. Een [...] herken je vaak aan een signaalwoord als 'want', 'omdat', 'namelijk' en 'immers'.

- signaalwoord

- 'want', 'omdat', 'namelijk' en 'immers'

Een ... herken je vaak aan een signaalwoord als 'want', 'omdat', 'namelijk' en 'immers'.

2. Wat is het onderwerp van de tekst?

A) een openbaar debat in Nijmegen

B) Jelle Brandt Corstius en Alexander Klöpping

C) jongeren en hun mobiele telefoon

D) (te luide) muziek in het openbaar vervoer

2. Wat is het onderwerp van de tekst?

1. een openbaar debat in Nijmegen
2. Jelle Brandt Corstius en Alexander Klöpping
3. jongeren en hun mobiele telefoon
4. (te luide) muziek in het openbaar vervoer

3. In alinea 1 staat een mening van Jelle Brandt Corstius. Wat is die mening?

3. In alinea 1 staat een mening van J.B. Corstius. Wat is die mening?

3. In alinea 1 staat een mening van Jelle Brandt Corstius. Wat is die mening?

4. Welk argument heeft Jelle voor zijn mening?

4. Welk argument heeft Jelle voor zijn mening?

4. Welk argument heeft Jelle voor zijn mening?

5. Aan welk signaalwoord herken je dat argument?

6. 'Dit speelt niet alleen de afgelopen maanden.' (al.2)- Is dit een feit of een mening?

6. 'Dit speelt niet alleen de afgelopen maanden.' (al. 2) Is dit een feit of een mening?

Feit of mening?

FEIT

MENING

6. 'Dit speelt niet alleen de afgelopen maanden.' (al. 2) 

Feit, want je kunt controleren of het waar is.

7. Waarom zet de auteur zijn muziek hard als hij in de trein zit?

7. Waarom zet de auteur zijn muziek hard als hij in de trein zit?

1. Even lekker niks.
2. Even lekker niks, geen achtergrondgeluiden.
3. Geen achtergrondgeluiden.
4. Het juiste antwoord staat hier niet tussen.

Alinea 3

8. De auteur vindt eigenlijk dat hij zijn muziek niet hard zou moeten zetten als hij in de zit. (al. 3) Welke twee argumenten geeft hij voor die mening?

Welke twee argumenten geeft de schrijver voor die mening?

9. Aan welk signaalwoord herken je die argumenten?

9. Aan welk signaalwoord herken je die argumenten?

10. Welk standpunt van de auteur wordt duidelijk uit alinea 4?

11. Wat betekent 'comfortabel'?

1. mogelijke
2. officieel; deftig
3. prettig
4. volledige

Wat is de betekenis van 'logo'?

1. beeldmerk
2. figuur
3. officieel; deftig
4. volledige

(vraag 13 en 14 moet je hierna beantwoorden)

13. Noteer de betekenis van 'uiterlijke kenmerken'.

14. Noteer de betekenis van 'infantiel'.

15. Welk woord is correct gespeld?

1. adrenalienekick
2. aspeckt
3. karaktristieke
4. vlijtig

16. Welk woord is correct gespeld?

1. acommodatie
2. fruitvijling
3. luiwammesen
4. wezelijk

17. Gisteren ... (begroeten) de fans hun met smart ... (verwachten) popidool in het Gelredome met een daverend applaus.

18. De ... (besmetten) patiënten liggen al de hele dag hun longen uit hun lijf te ... (hoesten).

19. Door een onhandige manoeuvre van de serveerster .. (belanden) de ... (bakken) eieren naast Hans' bord.

Hoe vond je het gaan?

😒🙁😐🙂😃

Bedankt voor jullie aandacht!