21-3 H5

5. Wat moet ik weten over het assortiment?
21-03-2019
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5. Wat moet ik weten over het assortiment?
21-03-2019

Slide 1 - Diapositive

- Standaardartikelen =
artikel dat vast in het assortiment zit. Het hoort bij het kernassortiment. 

- Rand- of nevenartikel =
Artikel dat naast standaardartikelen wordt verkocht. Denk aan sieraden en zonnebrillen bij een kledingwinkel. 
Soorten artikelen

Slide 2 - Diapositive

Soorten artikelen
- Complementair artikel
Artikel dat je 'erbij' verkoopt. Riem bij een spijkerbroek bijvoorbeeld. Dit artikel is niet genoodzaakt. 

- Follow-up artikel 
Artikel dat nodig is om het hoofdartikel te kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld stofzuigerzakken bij een stofzuiger.


Slide 3 - Diapositive

Soorten artikelen
- Concurrerend artikel
Artikelen die op elkaar lijken en daardoor concurrend van elkaar zijn. Bijvoorbeeld meerdere soorten spijkerbroeken. 



Slide 4 - Diapositive

Aan de slag
- Vraag 2 tot en met 8 nakijken op bladzijde 148 - 149

Volgende dia's aantal vragen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Een artikel dat vast in het assortiment zit, is een
A
kernassortiment
B
standaardartikel
C
randartikel
D
nevenartikel

Slide 7 - Quiz

Een rand- of nevenartikel is een:
A
schoenen bij een schoenenwinkel
B
boeken bij een kiosk
C
trui in een modezaak
D
zonnebrillen bij de H&M

Slide 8 - Quiz

Een artikel dat je 'erbij' verkoopt, is een
A
randartikel
B
standaardartikel
C
complementair artikel
D
concurrerend artikel

Slide 9 - Quiz

Complementair artikel
Follow-up artikel
Concurrerend artikel
Stofzuigerzakken bij een stofzuiger.
Meerdere soorten spijker-broeken bij een kledingzaak.
Schoenencrème bij een paar schoenen.

Slide 10 - Question de remorquage

Aan de slag
Opdracht 5A van de opdrachten op bladzijde 79 maken in groepjes van 2. 
Je kiest een webshop en gaat vervolgens aan de slag met vraag 3. 

Hoe?   -> groepjes van 2 leerlingen
Hulp nodig? -> Steek je vinger op
Uitkomst? -> Naar mij toe mailen
Klaar? -> Steek je vinger op

Slide 11 - Diapositive