Schimmels en bacteriën

Naar welk kenmerk kijken we om een organisme in te delen in het domein van de 'prokaryoten' of 'eukaryoten'?
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Naar welk kenmerk kijken we om een organisme in te delen in het domein van de 'prokaryoten' of 'eukaryoten'?

Slide 1 - Question ouverte

Welke van deze twee groepen behoort tot het domein 'prokaryoten'?
A
Schimmels
B
Bacteriën

Slide 2 - Quiz

Penicilline is een geneesmiddel tegen schimmels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Hoe planten schimmels zich voort?
A
Zaden
B
Sporen

Slide 4 - Quiz

Wie voeden zich met dode resten van organismen?
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Schimmels en bacteriën
D
Geen van beide

Slide 5 - Quiz

Een schimmel heeft een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Is een paddenstoel een organisme of een orgaan?
A
Een organisme
B
Een orgaan

Slide 7 - Quiz

De technieken voor het gebruik van schimmels bij de productie van
voedingsmiddelen worden al eeuwenlang toegepast.
Wat is de verzamelnaam voor deze techniek?

Slide 8 - Question ouverte

In afbeelding 11 zie je een schematische tekening van een penseelschimmel.
In welk deel van de penseelschimmel ontstaan de sporen?
A
1
B
2
C
3

Slide 9 - Quiz

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
Celdeling
B
Sporen
C
Celdeling of sporen

Slide 10 - Quiz

Geef aan wie een rol speelt bij elk voedingsmiddel. Sleep de voedingsmiddelen (groen) naar het juiste gele vak (schimmel of bacterie).
Schimmels
Bacteriën
Yoghurt
brie
wijn

bier

champignon

brood

zuurkool

Slide 11 - Question de remorquage

Je ziet hier een plaatje van een bacterie.
Welk onderdeel heeft de bacterie niet?
A
Celwand
B
Celkern
C
Bladgroenkorrels
D
Celmembraan

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Je ziet hiernaast drie organismen.
Welke twee organismen zijn het meest aan elkaar verwant?
Pak twee plaatjes!

Slide 14 - Diapositive

Stel je bent ziek geworden door een bacterie. Welk middel gebruiken we als geneesmiddel?

Slide 15 - Question ouverte