‹Revenir à la recherche

SO werkwoordspelling 3F - versie B




SO werkwoordspelling
3F (versie B)
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon




SO werkwoordspelling
3F (versie B)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overmorgen ____ wij met de hele klas op schoolreis naar Rome. (gaan)

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

____ jij morgen ook, of sta ik er weer alleen voor bij het vullen van de vakken? (werken)

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn zus ____ altijd op het laatste moment van keuze. (wisselen)

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn broer ____ sinds hij zestien is, niet meer mee op vakantie. (willen)

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Joost ____ zijn leraar Nederlands. (aanbidden)

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De piloot ____ het vliegtuig vakkundig op de baan. (landen)

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

____ je mij nu tien euro? (bieden)

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn tante ____ zich straks nog aan de oven. (verbranden)

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn neef ____ morgen met Max Verstappen (racen)

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

____ je vader je als een klein kind ofzo? (behandelen)

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met de hele klas ____ we gisteren in de stromende regen naar huis. (lopen)

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ____ dat hij al de hele week ziek was geweest. (horen)

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn zusje ____ helemaal op toen opa en oma op bezoek kwamen. (opleven)

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn beste vriend ____ toen niet meer met haar. (praten)

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Die bewoners ____ ons vorig jaar om de tuin. (leiden)

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Gisteren ____ we onze podcast live op het internet. (streamen)

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een aantal scholieren ____ afgelopen week zelf een stage. (zoeken)

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

____ huppel ik elke dag naar school. (fluiten)

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij kwam erachter dat zijn fiets was ____. (stelen)

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is die laptop nou al ____? (maken)

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij dat fortuin van je overleden oom ____? (erven)

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat nieuwe meisje is nu alweer _____. (verhuizen)

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat heb je weer mooi _____. (fixen)

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij heeft zich aan hun gedrag ____. (ergeren)

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De ____ honden liepen ook nog eens los. (blaffen)

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn ____ examens schenen in de trein te liggen. (verliezen)

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De ____ kaarten werden over de spelers verdeeld. (schudden)

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De ____ prijzen vielen de winnaars tegen. (verloten)

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze ____ regels blijken in de praktijk niet toe te passen. (veralgemeniseren)

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De hond liet zijn ____ bot voortaan links liggen. (afkluiven)

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar
Gefeliciteerd, je hebt de toets afgerond! 

Bespreek met je docent na waar nog eventuele aandachtspunten liggen. 

Slide 32 - Diapositive

Foto door Designecologist: https://www.pexels.com/nl-nl/foto/twee-vrouwen-knielen-terwijl-confetti-gooien-1627935/

Plus de leçons comme celle-ci

Fase 2, periode 2, les 4 werkwoordspelling gecombineerd STARTER

- Leçon avec 22 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 2

Fase 2, periode 2, les 3 werkwoordspelling gecombineerd

- Leçon avec 15 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 2

Fase 2, periode 2, les 3 werkwoordspelling STARTER

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 2

Fase 2, periode 3 les 1 werkwoordspelling-hoofdletters-vaste voorzetsels

- Leçon avec 39 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 2

Spelling herhaling h1 t/m 5 (werkwoordspelling) - 2GS1

- Leçon avec 31 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

27. bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

- Leçon avec 36 diapositives
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Fase 2, periode 2, les 4 werkwoordspelling STARTER en gevorderd

- Leçon avec 19 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 2

Periode 2, les 6 werkwoordspelling

- Leçon avec 29 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 1