Les 8. Tekstsoorten en doelen - Schrijven

Tekstsoorten en tekstdoelen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tekstsoorten en tekstdoelen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...


  • Weet je welke tekstdoelen er zijn
  • Weet je welke tekstsoorten er zijn

  • Kun je tekstdoelen en tekstsoorten herkennen


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Tekstsoorten
Er zijn verschillende soorten teksten. Deze zijn ingedeeld in vijf hoofdcategorieën:
  • Informatieve teksten (informatie geven)
  • Opiniërende teksten (mening laten vormen)
  • Betogende teksten (mening geven)
  • Amuserende teksten (vermaken)
  • Activerende teksten (aanzetten tot actie)

Slide 4 - Diapositive

Informatieve teksten
  • Informerende teksten geven geen oordeel over de inhoud. Ze presenteren de feiten zonder poespas. Ze zijn dus objectief en leggen iets uit.
  • We zien dit terug in encyclopedieën, nieuwsberichten, schoolboeken, recepten, notulen en gebruiksaanwijzingen.
  • Objectief

Slide 5 - Diapositive

Opiniërende teksten
  • Opiniërende teksten zijn bedoeld om de lezer een mening te laten vormen en aan het denken te zetten. 
  • De schrijver geeft zelf niet heel duidelijk zijn persoonlijke mening, maar laat wel merken dat er over het onderwerp nagedacht/gediscussieerd moet worden. 
  • Opiniërende teksten zijn beschouwingen, ingezonden brieven en columns.
  • Objectief/subjectief

Slide 6 - Diapositive

Betogende teksten
  • Schrijver probeert de lezer te overtuigen van zijn mening en probeert de lezer zijn mening over te laten nemen. De schrijver zoekt dus medestanders.
  • Je ziet dit in betogen, recensies, ingezonden stukken en in columns
  • Subjectief

Slide 7 - Diapositive

Amuserende teksten
  • Amuserende teksten willen de lezer vermaken. Het verhaal hoeft dus niet serieus of waar te zijn, zolang de lezer het maar leuk vind om te lezen. 
  • Boeken/roman, sprookjes, gedichten en andere verzonnen verhalen.
  • Objectief/subjectief of verzonnen

Slide 8 - Diapositive

Activerende teksten
  • Activerende teksten hebben als doel om de lezer aan te zetten om iets te doen. 
  • Je ziet dit terug in betogen , ingezonden stukken, columns, maar bijvoorbeeld ook in reclames. Daar word je immers aangezet tot het kopen van een product.

Slide 9 - Diapositive

Tekstdoelen
  • Schrijvers van teksten hebben altijd een doel voor ogen. Ze vragen zich bij het schrijven altijd af wat ze willen bereiken. 
  • In totaal zijn er vijf tekstdoelen:
  1.  Informeren
  2.  Opiniëren/beschouwen
  3.  Overtuigen/betogen
  4. Activeren
  5. Amuseren

Slide 10 - Diapositive

uiteenzetting
betoog
schoolboektekst
recensie
roman
beschouwing
gedicht
ingezonden brief
Informeren
Opiniëren
Amuseren
Overtuigen

Slide 11 - Question de remorquage

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Informeren
Betogend
Activeren
Krantenartikel over de overstroming in Bolivia.
Brief van de dierenarts met informatie om je kat te laten chippen.

Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Artikel op website Voedingswijzer om elke dag fruit en groente te eten.
Folder over verschillende workshops in het buurthuis.

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Welk tekstdoel werd er afgebeeld?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Welk tekstdoel werd er afgebeeld?
A
informeren
B
opiniëren
C
activeren
D
amuseren

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Welk tekstdoel werd er afgebeeld?
A
informeren
B
opiniëren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Welk tekstdoel werd er afgebeeld?
A
amuseren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Welk tekstdoel werd er afgebeeld?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Welk tekstdoel werd er afgebeeld?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 24 - Quiz

Noem de vijf tekstdoelen!

Slide 25 - Question ouverte

Opdrachten
Bouwstenen 3F
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1.3 Schrijven

Slide 26 - Diapositive