SMS klas 5; Taalherhaling thema 6 groep 7.

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Thema 6

Andere talen

Een werkwoord met 3 hoofdvormen

De 3 soorten:

1.  Hele werkwoord of de infinitief (inf)
2.  Persoonsvorm (pv)
3. Voltooid deelwoord (volt. deelw.)

X	persoonsvorm	volt. deelw.	infinitief	geen ww
1
2
3
4

Zijn

vader

helpt

te

de struiken

alles

Bijna

verwijderen

is

omgezaagd 

De

struik

dikste

wilt

Quinten

Quinten

doen

bijna

kan

zijn

beginnen

eigen

tuintje

Welke vorm?

Jij VINDT popmuziek mooi.

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. hele werkwoord
4. infinitief

Welke Vorm?
Wij HEBBEN gisteren bij zijn bazen geklaagd.

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord

Welke vorm?

De buurvrouw gaat hem nu maar MEENEMEN naar haar werk.

1. voltooid deelwoord
2. peroonsvorm
4. infinitief

Welke vorm?

We hebben gisteren de hele namiddag GEZWOMMEN.

1. infinitief
2. persoonsvorm
3. voltooid deelwoord

Persoonlijk voornaamwoorden

persoonlijk voornaamwoorden kunnen een onderwerp (ow) zijn, een lijdend voorwerp (lv) en een meewerkend voorwerp (mv)

enkelvoud	meervoud
ik : mij/me	wij/we : ons
jij/je/u : jou/je	jullie : jullie
hij : hem zij/ze : haar het : het	zij/ze : hen/ hun/ ze

Schrijf de goede persoonlijk voornaamwoorden in en kies uit: ow - lv - mv.
'Hij vertelt haar het.'

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

De kinderen vinden hem erg gezellig.

1. kinderen
2. Er is geen persoonlijk voornaamwoord.
3. gezellig
4. hem

Wat is het persoonlijk voornaamwoord..

''Heeft de bakker jou wisselgeld gegeven?''

1. de bakker
2. jou
3. wisselgeld
4. heeft gegeven

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

'Zij vertelde een leuke grap.'

1. Zij
2. Vertelde
3. Leuke
4. Grap

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Ik woon in een rijtjeshuis.

1. Ik woon
2. Een rijtjeshuis
3. Ik
4. in

Schrijf de goede persoonlijk voornaamwoorden in en kies uit: ow - lv - mv.
'Hij vindt haar steeds irritanter.'

Schrijf de goede persoonlijk voornaamwoorden in en kies uit: ow - lv - mv.
'Zij vertellen hem wat er is gebeurd.'

Schrijf de goede persoonlijk voornaamwoorden in en kies uit: ow - lv - mv.
'Maar hij durft niks aan haar te zeggen.'

Meewerkend voorwerp

Het mv geeft antwoord op de vraag:

Aan wie+gezegde+

onderwerp+lijdend voorwerp

AAN WIE???  VOOR WIE???

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:

De groenteboer gaf de komkommer aan zijn klant.

1. de groenteboer
2. de komkommer
3. aan zijn klant
4. zijn klant

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:

Jullie schonken het zilveren bestek aan Maria.

1. schonken
2. het zilveren bestek
3. jullie
4. aan Maria

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:

Oma schonk hem haar tuinmeubelen.

1. hem
2. oma
3. haar
4. tuinmeubelen

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:

Toen hebben wij het pakket voor Willem uitgepakt.

1. hebben
2. het pakket voor Willem
3. voor Willem
4. wij

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
Wat hebben wij die arme mensen gegeven?

Na een tijdje

geeft

de schep

Quinten

Jason

Ze

meldt

Marijke

ze

dat

wilt

pauzeren

Marijke

belooft

Thomas

straks

een lekker broodje

Ik

vertellen

over

je

de boomplantdag

zal

MV

MV

MV

MV

PV

PV

PV

PV

Dubbelzinnig taalgebruik

Een woord kan 2 verschillende betekenissen hebben.

Welk woord heeft 2 betekenissen?

Ik

houd

van

mijn

moeders

kussen

Het

oor

is

warm

Uit

de

box

komt

geluid

Antwoord

Antwoord

Antwoord

Welk(e) woord(en) is dubbelzinnig?

De juf is eindelijk afgevallen.

Welk woord is dubbelzinnig?
Schrijf de 2 betekenissen op.
Mijn vriendin bakt in de zon.

Welk woord is dubbelzinnig?
Schrijf de 2 betekenissen op.
Geef mij eens een schop.

Welke 2 betekenissen heeft deze zin?
Mijn opa gaat op de bril zitten.

Ik ben klaar voor de toets

😒🙁😐🙂😃

Ik weet de 3 werkwoorden

😒🙁😐🙂😃

Ik weet het meewerkend voorwerp

Tuurlijk

Absoluut niet

Een beetje

Ik weet de persoonlijk voornaamwoorden

Tuurlijk

Absoluut niet

Een beetje

Ik snap de dubbelzinnig taalgebruik

Tuurlijk

Absoluut niet

Een beetje

Ik ben klaar voor de toets!

010

Het cijfer dat ik verwacht dat ik ga halen is:

010

Einde