De godin van de kunst is in staat om aan de helden wijsheid/slimheid te verschaffen bij/voor het werk.
Slide 6 - Diapositive
Ergon 5
3 ἱκετεύομεν
σῴζειν
Wij smeken de goden dan om de vrouwen snel uit het gevaar te redden.
4 ὀφείλετε & ἔξεστι
ἀκούειν
Eerst moeten jullie naar mijn woorden luisteren: daarna is het ook voor jullie mogelijk te spreken.
Slide 7 - Diapositive
Ergon 5
5 κωλύουσιν
ἁρπάζειν
De helden verhinderen de Harpijen de maaltijd van de oude man te roven.
6 ἐθέλω
παρέχειν
Ik wil je geschenken geven in ruil voor jouw hulp.
Slide 8 - Diapositive
Trojaanse Oorlog
Taalboek blz. 56-57.
Hulpboek blz. 49.
Slide 9 - Diapositive
Opdracht 8
a + b eigen verwerking.
c Agamemnon en Achilles
d Agamemnon: alinea 1 en 3, Achilles: alinea 2 en 4.
Slide 10 - Diapositive
Opdracht 11
a r. 6-7 παρέχετέ μοι ἄλλο δῶρον
b De buit van de vorige rooftochten is al helemaal verdeeld: er is geen geschenk meer over dat Agamemnon zou kunnen krijgen.
c Achilles stelt voor om te wachten tot Troje is veroverd: dan kan Agamemnon het driedubbele aan geschenken krijgen.
d Agamemnon vindt dat hij te lang moet wachten en eist dan liever nu Briseïs op, de slavin die Achilles bij het verdelen van buit heeft gekregen.
Slide 11 - Diapositive
Opdracht 13a
Agamemnon voelt zich niet gerespecteerd omdat:
het niet zo kan zijn dat hij als aanvoerder geen eergeschenk meer heeft en alle anderen wel. Bovendien scheldt Achilles hem uit en gehoorzaamt hem niet.
Achilles voelt zich niet gerespecteerd omdat:
Agamemnon, die in tegenstelling tot hem in de oorlog niets uitvoert, zijn eergeschenk, het meisje Briseïs van hem wil afpakken.
Slide 12 - Diapositive
Opdracht 13a
Apollo voelt zich niet gerespecteerd omdat:
zijn priester door door Agamemnon respectloos wordt behandeld en weggejaagd.
Slide 13 - Diapositive
Opdracht 13b
b οὐκέτι τιμὴν ἔχω (r.20) Bij het verdelen van de buit mogen de belangrijksten op volgorde de meeste en grootste geschenken kiezen. Het geschenk geeft de waardering/ het respect aan van de anderen. Als aanvoerder heeft Agamamnon recht om als eerste te kiezen en recht op het grootste geschenk. Nu hij zijn geschenk moet inleveren, voelt hij dat voor hem alsof hij ook de waardering van de anderen verliest. Het gaat niet zozeer om het geschenk zelf, maar om de waardering die er achter zit.
Slide 14 - Diapositive
Opdracht 14
Agamemnon zit met een boos gezicht op de rand van zijn troon en wil al opstaan. Achilles (rechts) wil zijn zwaard trekken om Agamemnon te doden maar wordt tegengehouden door de godin Athena (herkenbaar aan haar helm). De priester/waarzegger Kalchas (links met baard en rode mantel) houdt met zijn linkerhand Agamemnon tegen.
Slide 15 - Diapositive
Opdracht
a
Slide 16 - Diapositive
Hulpboek blz. 115
Ergon 6.
Slide 17 - Diapositive
Ergon 6
1 Helden, luister naar de oude man, want hij zegt altijd verstandige woorden.
2 Dochter, maak je moeder niet boos.
3 Goden, red ons en onze kinderen uit het gevaar.
4 Geef mij de lans en het schild, zoon; want ik ben van plan om deel te nemen aan het gevecht.
5 Neem deel aan de maaltijd, mannen, en drink wijn.
6 Zeg niet dat je de opdracht niet begrijpt / taak niet kent.
Slide 18 - Diapositive
Ergon 1
1
Slide 19 - Diapositive
Aan het werk.
Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 11.
Leer Hulpboek blz. 140 t/m 146.
Lees Taalbloek blz. 58-59.
Maak Hulpboek blz. 50, Opdracht 16, 18, 19.
Lees Hulpboek blz. 116
Maak Hulpboek blz. 117, Ergon 8 en 9.
Dit is ook huiswerk.
Slide 20 - Diapositive
Opdracht
Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
Benoem ieder woord in de zin.
Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)
Slide 21 - Diapositive
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 22 - Question ouverte
Wat is nog onduidelijk? Waar wil je meer over weten?