Les 21 - Aaneenschrijven van woorden

Les 21 - aaneenschrijven van woorden
pg. 241
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 21 - aaneenschrijven van woorden
pg. 241

Slide 1 - Diapositive

Los of aaneen?
pg.241
pag. 241

Slide 2 - Diapositive

Lees het artikel
pg.241

Slide 3 - Diapositive

2. Leg uit
diarree gevallen: ->
diarreegevallen: -> 

wildtriootje: -> 
wild triootje: -> 

bezoekerspassen: -> 
bezoekers passen: -> 


Waarom is de schrijfwijze anders?
pg.241

Slide 4 - Diapositive

Verschillende betekenis:
diarreegevallen: -> een situatie waarin iemand last heeft van diarree
diarree gevallen: -> diarree komt uit de lucht gevallen

wildtriootje: -> een bordje met 3 soorten vlees
wild triootje: -> een wilde stoeipartij tussen 3 mensen

bezoekerspassen: -> een pasje waarmee de bezoeker kan binnengaan
bezoekers passen: -> de bezoekers passen in een zaal


Vraag 2
pg.241

Slide 5 - Diapositive

Verzin een titel voor het artikel

Slide 6 - Carte mentale

pg.242

Slide 7 - Diapositive

pg.242
Samenstellingen:

Slide 8 - Diapositive

Oefening 5

Kies de juiste schrijfwijze...
timer
5:00
pg.242

Slide 9 - Diapositive

pg.242

Slide 10 - Diapositive

De tussenletters
pg.242

Slide 11 - Diapositive

1b. Welk soort taalfout wordt er in de zinnen gemaakt?
pg.242

Slide 12 - Diapositive

pg.243

Slide 13 - Diapositive

Tussenletters

Wanneer gebruik je in samenstellingen - en, - e of -s?


Is het pannekoek of pannenkoek?
Is het beresterk of berensterk?
Is het groentesoep of groentensoep?
Kijkdoel!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Tussenletter -en
Wat is de regel?

Slide 16 - Diapositive

tussenletter -en

--> het eerste woord heeft alleen een meervoud op -en

Slide 17 - Diapositive

Tussenletter -e
Wat zijn de regels? (6)

Slide 18 - Diapositive

tussenletter -e


  1. Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is.                          bv. maneschijn
  2. Het eerste woord heeft een versterkende betekenis  (vervang door: heel)                                                                                                                                                                       bv. beresterk, apetrots, reuzefijn
  3. Het eerste woord heeft ook een meervoud op '-s'.                                       bv. groentesoep
  4. Het eerste deel heeft geen meervoud.                                                              bv. rijstebrij
  5. Versteende uitdrukkingen.                                                                                      bv. bolleboos
  6. Het eerste deel is een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord.       bv. wiegelied, wittebrood

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

tussenletter -s
Je schrijft een -s tussen de woorden van een samenstelling wanneer je deze hoort. 


Als je een s-klank hoort in het tweede woord, vervang je in gedachte dat tweede woord door een woord dat niet met een s-klank begint?

bv. stationsstraat, want je schrijft stationsplein
Tip!

Slide 21 - Diapositive

pg.245

Slide 22 - Diapositive

Maak oefeningen op tussenletters:
  1. werkboek pg. 243-244
  2. Bookwidget: (SS/ oefeningen/Les 21)


correctiesleutel op SS/Documenten/
Ingevuld leerwerkboek/L21

Slide 23 - Diapositive

Dictee
Noteer de zinnen op pg.244

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Het aaneenschrijven van woorden lukt mij ...
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage