Herhaling hoofdstuk 1

H.1 Hoe welvarend ben jij?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H.1 Hoe welvarend ben jij?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande antwoorden is geen secundaire behoefte?
A
Auto
B
Sporten
C
Frisse lucht
D
Koffie

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een aantal primaire behoeften waarin de mensen uit het filmpje zich zelf voorzien.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Marketing
Definitie: "Wat bedrijven allemaal doen om 
hun product te kunnen verkopen."

Producten: goederen of diensten 

Consumeren: als je iets koopt 
(een goed of dienst)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke term hangt niet samen met het begrip marketing?
A
De zes P's.
B
Doelgroep
C
Marketingmix
D
Ideële reclame

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Personeel
Plaats
Product
Promotie
Prijs
Presentatie

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Personeel
Plaats
Product
Promotie
Prijs
Presentatie

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vier soorten reclame
Commerciële reclame: heeft als doel dat er meer verkocht wordt van een
                                                 bepaald product, soms in combinatie met de
                                                 naamsbekendheid.
a. Informatieve reclame: heeft als doel om informatie over te brengen 
                                                   (bedrijven, overheid, ziekenhuis)
b. Merkreclame: heeft als doel het vergroten van de naamsbekendheid
                                   
Ideële reclame: heeft als doel het veranderen van gedrag of het aanspreken
                                 op jouw gedrag

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Dit fimpje is van een verzekerings-maatschappij.
Wat voor een type reclame zag je zojuist in het filmpje?
A
Informatieve reclame
B
Ideële reclame
C
Merkreclame
D
Commerciële reclame

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met %
  • Hoeveel is 20% van € 125,00



€'s
125,00
1,25
25
%
100%
1
20%

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Renske heeft een maandabonnement op de fitnessclub van 20 euro. Met een jaarabonnement bespaart ze 12%. Hoeveel euro bespaart zij als zij een jaarabonnement neemt?
A
216 euro
B
268,80 euro
C
28,80 euro
D
24 euro

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met %
  • Hoeveel % is € 25 van € 125



€'s
125,00
1
25
%
100%
....
20%

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt een cadeaubon voor een webshop van 50 euro. Je koopt een game voor 80 euro. Hoeveel procent is de cadeaubon van het aankoopbedrag?
A
160%
B
30%
C
62,5%
D
60%

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen schaars goed?
A
brood
B
auto
C
zonlicht
D
geld

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn dagelijkse uitgaven?
A
overzicht van inkomsten en uitgaven
B
uitgaven die soms terugkeren
C
uitgaven voor boodschappen
D
Uitgaven die je niet zo vaak doet

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn GEEN vaste lasten?
A
wekelijkse brood kopen bij de bakker
B
telefoonabonnement
C
lidmaatschap voetbal
D
huur

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen inkomensvorm?
A
Bezit
B
Overdracht
C
Arbeid
D
Lenen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koopkracht is:
A
Hoeveel geld je hebt
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen met het geld dat je hebt
C
Hoeveel spaargeld je hebt

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door inflatie kan je...
A
meer besteden, daardoor wordt koopkracht meer
B
minder besteden, daardoor wordt koopkracht minder
C
Meer besteden, daardoor wordt koopkracht minder
D
Minder besteden, daardoor wordt koopkracht meer

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken ik een procentuele toename of afname ?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In 2013 was in India het BBp per hoofd 4.000 dollar.
In 2020 was dit 4.500 dollar. Wat is de procentuele toename?
A
12,5%
B
13%
C
500%
D
11%

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven
B
laten maken door de overheid
C
die je voor je zelf maakt
D
laten maken door bedrijven en de overheid

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welvaart is:
A
de mate waarin in behoeften kan worden voorzien
B
de situatie waarbij ondernemingen goederen maken die mensen willen hebben
C
als 'armoede de wereld uit is'
D
als iedereen een hoog inkomen heeft

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welzijn is:
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
B
De kwaliteit van je leven. Daar horen dingen bij als gezondheid, vriendschap, veiligheid enz.
C
erbij horen
D
naar school gaan

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe rekenen we iets om van maanden naar weken? €80 per maand.
A
€80 : 4 = €
B
€80 x 12 : 52 = €
C
€80 : 5 = €
D
€80 : 12 = €

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijp je de uitleg van de docent?
Ja.
Meestal wel.
Weet ik niet, want ik let niet op.
Nee, veel te moeilijk.

Slide 30 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

OPDRACHT 
Maken plusopdrachten van H1 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions