Thema 2, week 2 Les 7 De persoonsvorm

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!
A
waar
B
niet waar
1 / 33
suivant
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

De poes blaast naar de hond.

Wat is de persoonsvorm?
A
De poes
B
blaast
C
naar
D
de hond

Slide 2 - Quiz

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 3 - Question ouverte

lesdoel
Ik kan de persoonsvorm in een zin herkennen en benoemen.

Slide 4 - Diapositive

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Persoonsvorm zoeken

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Zoek in de volgende zinnen de persoonsvorm.

Slide 9 - Diapositive


De school is dicht.

Slide 10 - Question ouverte


Daarom werken we thuis.

Slide 11 - Question ouverte


Ik speel een spel met mijn broers.

Slide 12 - Question ouverte


We spelen het liefst Monopoly.

Slide 13 - Question ouverte

Soms kun je geen vraagzin gebruiken
Wie speelt in de tuin?




Slide 14 - Diapositive


Wie gaat er winnen?

Slide 15 - Question ouverte


Wie pakt het cadeau uit?

Slide 16 - Question ouverte

Als de vraagzin of van enkelvoud naar meervoud of andersom niet werkt?
Hoe gaat het met jou?




Wanneer loop jij naar Amsterdam?

Slide 17 - Diapositive


Hoe laat is het?
verander de tijd (tegenwoordige tijd - verleden tijd)

Slide 18 - Question ouverte


Hoe lopen de dieren door het bos?

verander de tijd (tegenwoordige tijd - verleden tijd)

Slide 19 - Question ouverte


Wanneer komt Sinterklaas in het land?

verander de tijd (tegenwoordige tijd - verleden tijd)

Slide 20 - Question ouverte

Zoek in de volgende zinnen de persoonsvorm.

Slide 21 - Diapositive


Ik help met klusjes in huis

Slide 22 - Question ouverte


Vandaag ga ik de tafel dekken.

Slide 23 - Question ouverte

Daarna eten we met de hele familie pannenkoeken.

Slide 24 - Question ouverte

Bram doet stroop op zijn pannenkoek.

Slide 25 - Question ouverte


Ik houd meer van poedersuiker.

Slide 26 - Question ouverte

Na het eten ruimen we samen de tafel af.

Slide 27 - Question ouverte


Het is al acht uur geweest.

Slide 28 - Question ouverte


Tim geeft de rode bloemen water.

Slide 29 - Question ouverte


Bart pakt zijn nieuwe fiets.

Slide 30 - Question ouverte


De boer heeft de appels geplukt.

Slide 31 - Question ouverte

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 32 - Question ouverte

aan het werk
 Thema 2, week 2, Les 7

Opgave 3
Opgave 2
Klaar: plussen

Slide 33 - Diapositive