Filosofie

BOV Filosofie: 'Geluk'. 
Geluk
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BOV Filosofie: 'Geluk'. 
Geluk

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Wat is filosofie? 
2. Socrates
3. Wat is 'geluk'? 
4. Klassikaal gesprek. 

Slide 2 - Diapositive

Filosofie: 
Filosofie betekent:
 'houden van wijsheid'
filo = houden van
sophia = wijsheid

Slide 3 - Diapositive

Filosofie = kennis

Wijs word je volgens filosofen niet wanneer je ergens een mening over hebt, maar wanneer je ergens kennis over hebt. De oude filosoof Plato maakt dit onderscheid, tussen een mening (“doxa” in het grieks) en kennis (“epistèmè”)
Een filosoof zoekt dus naar ware kennis: Iets wat waar is voor iedereen.

Slide 4 - Diapositive

Bedenk kennis over het leven dat waar is voor iedereen. Denk niet te moeilijk.

Slide 5 - Question ouverte

Wat doet een filosoof?

De filosoof heeft een manier nodig om kennis te krijgen. Deze manier noemen we de “filosofische methode”. De filosofische methode is meestal een dialoog. In de dialoog spreek je met elkaar zoals Socrates dat deed, of zoals een klein kind dat doet; iemand geeft een mening, en jij vraagt steeds: “waarom is dat zo?”, “hoe zit dat dan?”. Door het beantwoorden van deze vragen probeer je tot kennis te komen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat bedoelt Socrates met
'Vroedvrouwenmethode'?

Slide 8 - Question ouverte

Welke filosofische vraag heb jij over jouw leven?
Begin met :'Waarom'of 'wat'?

Slide 9 - Question ouverte

Geluk
De vraag 
"Hoe word je als mens gelukkig?", 
wordt al eeuwen gesteld. En elke situatie geeft een ander antwoord. Antwoorden kunnen zijn: 'Als je je plicht doet', of 'als je leeft voor jouw eigen plezier'. 
Het verschilt per persoon. 
Het kan ook in kleine dingen zitten: Je beste vriend, een zak chips, een zonsondergang, een potje monopoly met opa en oma enz.

Slide 10 - Diapositive

Wat is geluk voor jou?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

  1. Hoe word je gelukkig?
  2. Waar word je gelukkig van?
  3. Is geluk de zin van het leven?
Aristoteles
384 v. Chr – 322 v. Chr

Slide 13 - Diapositive

Wat is de functie van een potlood?

Slide 14 - Diapositive

Wat is de functie van een stoel?

Slide 15 - Diapositive

Wat is de functie van een bij?

Slide 16 - Diapositive

Wat zou de functie van een mens zijn?
(Wat verwacht je dat een filosoof zou denken?)

Slide 17 - Question ouverte

  1. Hoe word je gelukkig?
  2. Waar word je gelukkig van?
  3. Is geluk de zin van het leven?
Aristoteles

  • Functie; denkvermogen
  • Doel: een geluk-t leven (eudaimonia)
  • Het juiste midden; deugdelijk
  • Opvoeding en oefening: gewoonte
https://onderwijs.stadenesch.nl/filosofie/het-juiste-midden-aristoteles/

Slide 18 - Diapositive

Deugd = karaktereigenschap


Je wordt deugdelijk door opvoeding en oefening

Slide 19 - Question de remorquage

Deugd = karaktereigenschap


Je wordt deugdelijk door opvoeding en oefening

Slide 20 - Diapositive

Gebied                 Te weinig         Midden            Te veel
Deugd = karaktereigenschap


Je wordt deugdelijk door opvoeding en oefening

Slide 21 - Diapositive

Bedenk een situatie bij een sport en geef aan wat het juiste midden daarbij is.
(Waar zit dit midden tussen?)

Slide 22 - Question ouverte

Socrates leefde ongeveer
A
1000 v. Chr.
B
400 na Chr
C
400 v. Chr
D
1000 na Chr

Slide 23 - Quiz

Om kennis te verwerven moet je volgens Socrates
A
veel vragen stellen
B
veel boeken lezen
C
veel antwoorden bedenken
D
goed opletten in de les

Slide 24 - Quiz

De mensen in de tijd van Socrates vonden hem vervelend omdat hij mensen leerde
A
Om niet zomaar alles klakkeloos over te nemen
B
Om in opstand te komen tegen de regering
C
Om zelf na te denken
D
om vooral veel vragen te stellen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Kant werd geboren in
A
1124 n. Chr
B
1524 n. Chr
C
1324 n. Chr
D
1724 n. Chr

Slide 27 - Quiz

De slogan van Kant was
A
durf te dromen
B
durf te geloven
C
durf te zoeken
D
durf te denken

Slide 28 - Quiz

Volgens Kant heeft iedereen de plicht om
A
goed te handelen
B
je niet te storen aan andere mensen
C
van het leven te genieten
D
je verantwoordelijkheid te nemen

Slide 29 - Quiz

Kant zegt: als mensen egoïstisch zijn gaat dat te koste van de ... van andere mensen
A
vrede
B
vrijheid
C
veiligheid
D
vrolijkheid

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Vidéo

Erasmus werd geboren in
A
1466 v. Chr
B
1466 na Chr
C
2020 v. Chr
D
2020 na Chr

Slide 32 - Quiz

Erasmus zijn beroemdste boek heet
A
Lof der gezelligheid
B
Lof der solidariteit
C
Lof der zotheid
D
Lof der loyaliteit

Slide 33 - Quiz

Wat betekent filosofie
A
Op zoek gaan naar meningen
B
Op zoek gaan naar kennis
C
Op zoek gaan naar geluk
D
Op zoek gaan naar vriendschap

Slide 34 - Quiz

Een filosoof is iemand die
A
houdt van lekkere wijn.
B
planeten bestudeert.
C
op zoek is naar kennis.
D
mensen beter probeert te maken.

Slide 35 - Quiz

Zoek zoveel mogelijk namen van filosofen op.

Slide 36 - Question ouverte

Zou je naast een zelfdenkende robot willen werken?

Slide 37 - Question ouverte

Artificial Intelligence (A.I.)
AI is de mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen - zoals redeneren, leren, plannen en creativiteit.

AI maakt het voor technische systemen mogelijk om hun omgeving waar te nemen, om te gaan met deze waarnemingen en problemen op te lossen om een specifiek doel te bereiken. De computer ontvangt data - reeds voorbereid en verzameld via eigen sensoren, zoals een camera - verwerkt deze en reageert erop.
AI-systemen zijn in staat om hun gedrag in zekere mate aan te passen, door het effect van vorige acties te analyseren en autonoom te werken.

Slide 38 - Diapositive

Maken
1.3

Slide 39 - Diapositive