Stijlfiguren 3

Stijlfiguren
Onder stijlfiguren verstaan wij: 
afwijkingen van de ‘normale’ wijze van zeggen, met de bedoeling een of ander effect te bereiken. 
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Stijlfiguren
Onder stijlfiguren verstaan wij: 
afwijkingen van de ‘normale’ wijze van zeggen, met de bedoeling een of ander effect te bereiken. 

Slide 1 - Diapositive

antithese-tegenstelling
eufemisme-verzachting
hyperbool-overdrijving
ironie, sarcasme, cynisme-mide, harde, bijtende spot
paradox-schijnbare tegenstelling
pleonasme-eigenschap dubbelop
retorische vraag-vraag die geen antwoord behoeft
tautologie
understatement

Slide 2 - Diapositive

tautologie: woordherhaling op woordsoortniveau
Hij sprak in het zadel en zeide (...)
Ik zou daar nooit ofte nimmer naartoe gaan.
Deze maaltijd is heerlijk en verrukkelijk

Slide 3 - Diapositive

understatement: manier van zeggen waarbij de bewering wordt afgezwakt; onderkoelde bewering
met Dirk bleef je lachen
zoals 
die keer
dat hij 
zijn hoofd
op de spoorbaan legde
Voor de rechterkant van de Republikeinse partij was George Bush een bedenkelijke linkse figuur

Slide 4 - Diapositive

Gymles
Vroeger bij het touwklimmen
als de zon in strepen viel
zat ik boven in het touw
en zag de wereld dan
een beetje zoals God
ik zag de klasgenootjes
beneden op de grond
en zwaaide minzaam
met mijn hand
dat moet je niet doen
als je in een touw hangt

Slide 5 - Diapositive

Bijzondere woordkeus
  • Gevoelswaarde
  • woordspeling
  • jargon
  • spelen met klanken

Slide 6 - Diapositive

Gevoelswaarde: Bewust kiezen voor woorden met een positieve of negatieve klank; ook ouderwetse woorden=archaïsmen
De interieurverzorgster nam haar taak serieus.
Deze beslissing moet eerst aan dit gremium voorgelegd worden.

Slide 7 - Diapositive

Woordspeling: taalgrapje waarbij met de dubbele betekenis van een woord gespeeld wordt.
  • De duiker was diep gezonken. 

  • Word bokser: meer kans op slagen.  

  • Freek Vonk gaat naar de haaien. 

  • Sommige mensen hebben hun buik vol van gezond eten.

Slide 8 - Diapositive

Jargon: vaktaal. Vergroot het begrip tussen mensen in een bepaald vakgebied

Slide 9 - Diapositive

Spelen met klanken: rijm in alle soorten, vaak in reclame
  • Wie had dat gedacht, van shoppen in Milaan, naar achter de koopjes aan!
  • Heerlijk helder Heineken
  • Retteket, naar Beter Bed

Slide 10 - Diapositive