2 september 2019

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lezen in je boek

grammatica zinsdelen

onderwerp

persoonsvorm

naamwoordelijk gezegde/werkwoordelijk gezegde

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

uitleg ng 

de volgende zin kan je op twee manieren uitleggen:

• Ik was een aap
  
• 
  
• Ik was een aap in het toneelstuk
  
• Ik was een aap met zeep
  

naamwoordelijk gezegde is wat iemand is (of was, of gaat worden)

werkwoordelijk gezegde is wat iemand doet

zie hier

Vandaag 9 sept

- bespreken huiswerk

- maken extra opdrachten indien nodig

- uitleg woordsoorten

maken 3 en 4 blz. 30

vandaag 12 sept

- lees dit artikel

- ga naar mentimeter.com en gebruik code 306356

- noteer drie moeilijke woorden

- wat vind je van dit initiatief?

- wat zou jij willen doen om het lot van de meisjes te verbeteren?

- verder werken met opdracht 3 en 4 blz. 30

maar....

- wie wil nog uitleg over de soorten werkwoorden:

1 zelfstandig werkwoord

2 hulpwerkwoord

3 koppelwerkwoord

Daarna

opdr. 1-10 spelling blz. 34 en 35.

zelfstandig maken. 

Vandaag 13 sept

- zelfstandig nakijken opdrachten H2 GWS

- inventarisatie: waar wil je nog mee oefenen

- SO vrijdag 20 sept

- start onderdeel schrijven

- nieuwskahoot

- weekend!!!!

so GWS H1  vrijdag 20 sept

• woordenschat blz. 20-23 leer woordjes opdr 1 en 2, leer uitdrukkingen opdr 3
  

• grammatica zinsdelen: pv, o, wg of ng, lv, mv, bwb (blz. 26)
  
• grammatica woordsoorten: alles uit het schema op blz. 29 en 30
  

• spelling: alles (blz. 32-35)
  

vandaag 16 september

oefenen voor SO

- ng/wg

- koppelwerkwoorden, zelfstandig ww en hulpww

- ww spelling

kww-zww-hww

Deze combinaties komen voor

kww

kww + hww(en)

zww

zww + hww(en)

vb

• Ik geef mijn moeder een doos chocolaatjes
  
• geef = zww (want het enige ww in de zin en geen kww)
  
• Ik heb vandaag een eind gewandeld
  
• gewandeld = zww, heb = hww
  
• Op mijn verjaardag is hij verliefd geworden
  
• is = hww, geworden = kww
  
• Hij heeft het gras willen  maaien
  
• heeft = hww, willen = hww, maaien = zww
  

nu de vorige zinnen ontleden

Ik geef mijn moeder een doos chocolaatjes

Op mijn verjaardag is hij verliefd geworden

Hij heeft het gras willen maaien

1 pv = geef, o = ik, = wg = geef, lv = een doos chocolaatjes, mv = mijn moeder, bwb = x

2 pv = is, o = hij, ng = is verlief geworden, lv = x, mv = x, bwb = op mijn verjaardag

3 pv = heeft, o = hij, wg = heeft willen maaien, lv = het gras, mv = x, bwb = x 

verder

oefenen met meervouden: online

oefenen met hoofdletters en leestekens: oline

19 september

- lezen in je leesboek

- inventarisatie: wat heb je al geleerd/geoefend voor het so van morgen

- waar wil je nog uitleg over?

vandaag

- oefenen (zelftest)

- voorbereidende opdracht 'lezen en schrijven'