Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 65 min
Éléments de cette leçon
TG 2 D
Welkom
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van de les
weet je hoe je ervoor staat met formuleren
weet je hoe je een tekst prettiger leesbaar maakt door het gebruik van synoniemen en voorbeelden
Slide 2 - Diapositive
Programma vandaag
nulmeting formuleren en analyse
uitleg formuleren
nieuws en quiz
Slide 3 - Diapositive
Huiswerk
1. Startpunt schrijfvaardigheid invullen in Teams Class Notebook, bij Schrijven_1.
2. Boek gekozen hebben uit de lijst, min. niveau 2, en meenemen. Zie lijst op Teams, Bestanden, Lesmateriaal
Slide 4 - Diapositive
Nulmeting formuleren
in stilte
op papier, naam erop
laten nakijken door buur
geef je score door aan mij
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Aantrekkelijk Formuleren
gebruik synoniemen (Hst 1)
gebruik voorbeelden (Hst 3)
Slide 7 - Diapositive
Formuleren:
Variatie in woordgebruik
Slide 8 - Diapositive
Wat valt je op?
Elk jaar gaan we op vakantie. Die vakantie brengen we vaak door in Spanje. Vakanties met vrienden vind ik nog leuker dan vakanties met familie.
Slide 9 - Diapositive
Wat valt je op?
Elk jaar gaan we opvakantie. Vaak brengen we die door in Spanje / Vaak reizen we naar Spanje. Weggaan / Een trip met vrienden vind ik nog leuker dan met (-) familie.
Slide 10 - Diapositive
Voorkom herhalingen!
gebruik synoniemen
inspiratie? www.synoniemen.net
gebruik verwijswoorden (die, zij, daar)
laat het woord gewoon weg
Slide 11 - Diapositive
Wie schrijft de meeste synoniemen op van de volgende woorden?
denken
weg
idee
timer
1:00
Slide 12 - Diapositive
Schrijf zo veel mogelijk synoniemen op voor het woord 'denken'
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf zo veel mogelijk synoniemen op voor het woord 'weg'
Slide 14 - Question ouverte
Zoek de verschillen!
Ik vind het leuk om op reis te gaan. Het buitenlandse eten vind ik meestal heerlijk. Omdat het lekker weer is, kun je vaak buiten eten.
Ik vind het leuk om op reis te gaan, bijvoorbeeld naar Spanje. Het buitenlandse eten vind ik meestal heerlijk: tapas, tortilla, boquerones, zalig. Omdat het lekker weer is, kun je vaak buiten eten, zoals aan het strand of op je terras.
Slide 15 - Diapositive
Voeg voorbeelden toe in je tekst
met signaalwoorden zoals: bijvoorbeeld, neem nou, denk aan,...
met een dubbele punt, waarna de voorbeelden volgen
gebruik getallen
Slide 16 - Diapositive
Vul aan (1 en 2)
1. Nederland is populair vanwege enkele bekende toeristische attracties. Zo heb je … en ….
2. In winkelcentra kom je veel vandalisme tegen, zoals … en ….