Deel 6b, blok 2, week 1 Les 3 alle litermaten omzetten

lesdoel

Ik kan alle inhoudsmaten omrekenen.
300 ml = 3 dl
0,75 l = 75 cl.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

lesdoel

Ik kan alle inhoudsmaten omrekenen.
300 ml = 3 dl
0,75 l = 75 cl.

Slide 1 - Diapositive

Maatbeker
Hier zit 1 liter in:

Hoeveel dl is dat?
Hoeveel cl is dat?
Hoeveel ml is dat?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is de kleinste inhoudsmaat?
A
Milliliter
B
Centiliter
C
Deciliter
D
Liter

Slide 5 - Quiz

0,5 liter is 50
A
deciliter
B
centiliter
C
millieliter

Slide 6 - Quiz

1 liter is 10
A
deciliter
B
centiliter
C
milliliter
D
liter

Slide 7 - Quiz

hoeveel milliliter is 6 deciliter?
A
60
B
6
C
600
D
6000

Slide 8 - Quiz

Hoeveel milliliter is 5 deciliter.
A
50
B
500
C
5000
D
0,5

Slide 9 - Quiz

hoeveel deciliter zit er in een liter?
A
1
B
10
C
100
D
100

Slide 10 - Quiz

0,1 liter is 100
A
deciliter (dl)
B
centiliter (cl)
C
milliliter (ml)

Slide 11 - Quiz

Hoe vaak past 0,1 liter in 1 liter?

Slide 12 - Diapositive

Hoe reken jij dit uit?

Slide 13 - Diapositive

Stappenplan
1. Hoeveel ml zit er in 1 liter en in 4 liter..
2. Hoeveel glazen passen er dan in 1 Liter?
3. Nu kun je uitreken hoeveel glazen er in 4 liter passen.

Slide 14 - Diapositive

reken uit!
Hoeveel bekers chocomel passen in
1 liter en 5 l?

Slide 15 - Diapositive

aan het werk

 Deel 6b, blok 2, week 1
Les 3

Alle opgaven

Slide 16 - Diapositive