P6.1 sporen uit de ijstijd

Welke krachten hebben het Nederlandse landschap gevormd?
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke krachten hebben het Nederlandse landschap gevormd?

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kan de kenmerken van het pleistoceen benoemen

Je kan de 2 fases van de 1 na laatste ijstijd uitleggen en verklaren hoe de stuwwallen zijn ontstaan

Je kan uitleggen wat dekzand is.

Slide 3 - Diapositive

Pleistoceen 
Het Pleistoceen had afwisselend:
- koudere perioden 
  ijstijden / glacialen
- warmere perioden 
   tussenijstijd / interglaciaal
20 ijstijden totaal 

Slide 4 - Diapositive

Pleistoceen
  • Koude lange perioden vol ijs

  • Nederland was voor een groot deel toendra: gras, mos en lage struiken

  • Wilde dieren: mammoeten, wolven, paarden en rendieren

Slide 5 - Diapositive

rivierenland
- Vlechtende rivieren 

- Constante 
overstroming

- Veel sedimentatie  


Slide 6 - Diapositive

Oprukkend ijs
  • Voorlaatste ijstijd, Saale-ijstijd
  • Noordelijke helft bedekt met een dikke laag ijs
  • 2 Fasen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Poolwoestijn tijdens laatste ijstijd, Weichselien

Slide 9 - Diapositive

Nederland kende veel ijstijden. In welke ijstijd kwam het ijs tot in Nederland?
A
De laatste ijstijd
B
De een na laatste ijstijd
C
De twee na laatste ijstijd

Slide 10 - Quiz

Was Nederland in de ijstijd HELEMAAL bedekt met sneeuw en ijs in de ijstijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Hoe lang duurde de ijstijd in Nederland?
A
Meer dan 1000 jaar
B
20 jaar
C
10 jaar
D
1 jaar

Slide 12 - Quiz

Er waren in die tijd andere rivieren. Hoe heet het type rivier dat je op de foto ziet?
A
De maas
B
Meanderende rivier
C
Kronkelende rivier
D
Vlechtende rivier

Slide 13 - Quiz

Dekzand ligt door heel Nederland op de bodem. Dekzand is ...
A
Zand uit Scandinavië.
B
Zand van de bodem van de Noordzee.
C
Zand van de bodem van de Atlantische Oceaan.
D
Zand uit het zuiden: België, Frankrijk.

Slide 14 - Quiz