Dagbesteding - Hoofdstuk 4 (deel 1)

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
0:30
Wat weet je al van de methodische cyclus/methodisch handelen?

Slide 5 - Carte mentale

Waarom is methodisch werken belangrijk?: om bewust en doelgericht te werk te gaan. 
Beginsituatie 
Methodisch handelen begint bij de beginsituatie

Informatie die nodig is om bij de cliënt aan te sluiten bij de begeleidingsvraag van de cliënt




Slide 6 - Diapositive

Koppeling Dagbesteding maken.
Beginsituatie 
  • Voorinformatie:
          Lees het dossier/overdracht door. Client vragen.
          Hulpvraag
  • Lijsten:
          - Intakelijst aan de hand van de levensloop.
          - Open intakelijst
          - Mediagerichte intakelijst
  • Gericht observeren --> om aan meer specifieke informatie te komen over de beginsituatie.

Analyse van de beginsituatie --> Informatie ordenen en interpreteren

Slide 7 - Diapositive

Hulpvraag: wat is de impliciete hulpvraag ook alweer? Wat zou expliciet dan zijn? 
Van hulpvraag naar doel
Doelstelling moet voortvloeien uit de hulpvraag van een cliënt.
  • Hoofddoel --> wat je uiteindelijk wilt bereiken.
  • Werkdoel -> hiermee werk je toe om het hoofddoel te behalen (gericht op een activiteit).

Het hoofddoel moet altijd SMART, werkdoel alleen als het erbij staat (wel in het achterhoofd SMART)

Slide 8 - Diapositive

Bv. boodschappen doen. 
Formuleer een werkdoel bij het volgende hoofddoel:
Mevrouw Jansen kan zelfstandig boodschappen doen.
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstelling formuleren 
Formuleer: 
  • Kort en duidelijk
  • SMART:
  1. S= Specifiek 
  2. M= Meetbaar
  3. A= Acceptabel
  4. R= Realistisch
  5. T= Tijdsgebonden

bv. Mevrouw Putten heeft over een week een inventarisatie gemaakt van planten die kunnen groeien op een balkon op het zuiden. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:22
De s staat voor?
A
Spontaan
B
Specialistisch
C
Specifiek
D
Simpel

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:11
Is het doel meetbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:43
De A staat voor
A
Acceptabel
B
Ambitieus
C
Analystisch
D
Akkoord

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:01
Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beginsituatie bepalen
Doelen formuleren
Plan voorbereiden 
Plan uitvoeren 
Evaluatie

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions