H8: 8.6 / Schaal - 2M

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Start geen nieuwe vergadering

Welkom   wiskunde!

Leerdoelenformulier voor je pakken.

Wat gaan we doen?

● Lesdoel bespreken

● Terugblik: vk t/m 8.5

● Nieuwe theorie: 8.6

● Zelfstandig werken

bij

We gaan zo starten.

Leg je
wiskunde-
spullen op tafel.

Telefoon in de telefoontas.

Log in bij LU en

accepteer de les.

Lesdoel

H8: Inhoud en vergroten

VK: Oppervlakte en       
        referentiematen

8.1: Inhoud berekenen

8.2: Inhoud piramide en
         kegel

8.3: Vergrotingsfactor

8.4: Gelijkvormige
        driehoeken

8.5: Oppervlakte en
        inhoud

8.6: Schaal

Sleep de foto naar de juiste formule

π

zijde³

π x straal² x hoogte

0,5 x zijde x bijb. hoogte x hoogte

lengte x breedte x hoogte

1/3 x π x straal² x hoogte

1/3 x lengte x breedte x hoogte

Met welke formule bereken je de vergrotingsfactor als je de lengte van het beeld en het origineel weet?

1. Vf=l. beeld : l. orgineel
2. l. beeld=vf X l. origineel
3. opp. beeld=vf​2​​ X opp. origineel
4. I. beeld=vf​3​​ X I. origineel

Met welke formule bereken je de lengte van een lijn, als je de lengte van de originele lijn weet en de vergrotingsfactor?

1. Vf=l. beeld : l. orgineel
2. l. beeld=vf X l. origineel
3. opp. beeld=vf​2​​ X opp. origineel
4. I. beeld=vf​3​​ X I. origineel

Met welke formule bereken je de oppervlakte van een figuur, als je de oppervlakte van het originele figuur weet en de vergrotingsfactor weet?

1. Vf=l. beeld : l. orgineel
2. l. beeld=vf X l. origineel
3. opp. beeld=vf​2​​ X opp. origineel
4. I. beeld=vf​3​​ X I. origineel

Met welke formule bereken je de inhoud van een figuur, als je de inhoud van het originele figuur weet en de vergrotingsfactor weet?

1. Vf=l. beeld : l. orgineel
2. l. beeld=vf X l. origineel
3. opp. beeld=vf​2​​ X opp. origineel
4. I. beeld=vf​3​​ X I. origineel

Bij welke vergrotingsfactor spreken we van een vergroting?

1. > 1
2. < 1
3. = 1

Als we een kopieerapparaat op 141% instellen, wat is dan de vergrotingsfactor?

1. 1,41
2. 14,1
3. 141
4. 0,141

8.6: Schaal

Dus 1 cm op de kaart, is 460 000 cm (ofwel 4,6 km) in het echt.

De vergrotingsfactor is 460 000.

Welke vergrotingsfactor hoort
bij een schaal 1 : 300 000?

schaal 1 : 300 000
Je meet de afstand tussen school en huis op een kaart.
Dit is 2,5 cm.
Hoeveel is de afstand in het echt?

8.6: Schaal

8.6: Schaal

Opg. 82 samen: Teken een schaallijn bij schaal 1 : 500 000

8.6: Schaal

Opg. 82 samen: Teken een schaallijn bij schaal 1 : 500 000

500 000 cm = 5 km

8.6: Schaal

Opg. 82 samen: Teken een schaallijn bij schaal 1 : 500 000

500 000 cm = 5 km

8.6: Schaal

Opg. 82 samen: Teken een schaallijn bij schaal 1 : 500 000

500 000 cm = 5 km

0      5      10     15     20    25    30     35    40   45     50    

8.6: Schaal

Opg. 82 samen: Teken een schaallijn bij schaal 1 : 500 000

500 000 cm = 5 km

0      5      10     15     20    25    30     35    40   45     50    km

Oefenen

4,18 m = 418 cm

Oefenen

4,18 m = 418 cm

vf = 18

Oefenen

4,18 m = 418 cm

vf = 18

lengte model = 418 : 18 = 23,222....

Oefenen

4,18 m = 418 cm

vf = 18

lengte model = 418 : 18 = 23,222....

Dus het model is ongeveer 23 cm lang 

Oefenen

vf = 24

                                                

Oefenen

vf = 24

                                                

Oefenen

vf = 24

lengte Trabant = 14,8 x 24 = 355,2 cm

                                                

Oefenen

vf = 24

lengte Trabant = 14,8 x 24 = 355,2 cm

                                                       = 3,552 m

Oefenen

vf = 24

lengte Trabant = 14,8 x 24 = 355,2 cm

                                                       = 3,552 m

Dus de trabant is in het echt ongeveer 3,6 m lang.

Oefenen

a. 

     

    

Oefenen

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

     

    

Oefenen

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

b. 
     

    

Oefenen

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

b. vf = 20
     

    

Oefenen

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

b. vf = 20
     breedte tekening = 90 : 20 = 4,5 cm

    

Oefenen

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

b. vf = 20
     breedte tekening = 90 : 20 = 4,5 cm

     lengte tekening = 180 : 20 = 9 cm

Oefenen

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

b. vf = 20
     breedte tekening = 90 : 20 = 4,5 cm

     lengte tekening = 180 : 20 = 9 cm

Oefenen

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

b. vf = 20
     breedte tekening = 90 : 20 = 4,5 cm

     lengte tekening = 180 : 20 = 9 cm

Oefenen

_____________

_____________

_____________

a. 90 cm breed bij 180 cm hoog

b. vf = 20
     breedte tekening = 90 : 20 = 4,5 cm

     lengte tekening = 180 : 20 = 9 cm

Oefenen

4,5 cm

9 cm

_____________

_____________

_____________

Huiswerk

Maken van H8: 

Blz. 219-228: Paragraaf 8.6
opg. 80, 81, 83, 84, 85, 90, 95, 96, 98, 99

Nakijken en verbeteren:
Alles wat je gemaakt hebt van H8

Wat neem je als leerpunt mee uit deze les?

Inhoud 'recht ruimtefiguur'= opp. grondvlak x hoogte          

• I kubus = lengte x breedte x hoogte
  
  
• I balk = lengte x breedte x hoogte
  
  
• I cilinder = straal² x        x hoogte
  
  
• I prisma       =  0,5 x zijde x bijbehorende hoogte x hoogte     

π

Δ

(I = Inhoud)

Inhoud 'puntig ruimtefiguur' =       x opp. grondvlak x hoogte

• I piramide                  =       x lengte x breedte x hoogte
  
  
  
• I kegel =     x straal2 x      x hoogte

​3​​1​​

​3​​1​​

π

​3​​1​​

Formules vergrotingsfactor

Bij lengte (denk aan dm)

•  Lengte beeld = vf x lengte origineel        vf = lengte beeld : lengte origineel
  

Bij oppervlakte (denk aan dm2)

• Opp. beeld = vf² x opp. origineel      

Bij inhoud (denk aan dm3)

• Inhoud beeld = vf3 x inhoud origineel

vf=√​opp. beeld:opp. origineel​​​

vf=​3​​√​I. beeld:I. origineel​​​

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.