Klim6

Klimaten van Köppen
Ga rustig zitten op je plek
Pak alvast je boek en iPad op tafel

Startvraag: welke hoofdletters horen bij de verschillende klimaten van de wereld?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klimaten van Köppen
Ga rustig zitten op je plek
Pak alvast je boek en iPad op tafel

Startvraag: welke hoofdletters horen bij de verschillende klimaten van de wereld?

Slide 1 - Diapositive

Dit gaan we leren
We weten al wat redenen kunnen zijn voor een bepaalde temperatuur of een hoeveelheid neerslag in een gebied.

We gaan nu al die verschillende klimaten namen en lettercodes geven.

Je kunt laten zien dat je het klimaatsysteem van Köppen kunt uitwerken in een schema en vervolgens kunt toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Meer dan honderd jaar geleden was er eens een man, die vond dat we klimaten niet alleen namen moesten geven, maar ook ingewikkelde lettercodes.

Hij heette Wladimir Köppen, en hij had drip.

Slide 3 - Diapositive

Meneer Köppen maakte een klimaatsysteem dat hij naar zichzelf noemde.

Daarbij keek hij naar temperatuur, neerslag, en plantengroei.

(Net als wij de afgelopen twee hoofdstukken!)

Slide 4 - Diapositive

Köppen gebruikte voor de vijf grote klimaatzones de letters A t/m E:

A: tropisch klimaat
B: droog klimaat
C: zeeklimaat
D: landklimaat
E: koud klimaat

Slide 5 - Diapositive

De zones A, C, D en E worden ingedeeld op temperatuur >>

B wordt ingedeeld op neerslag. Met minder dan 500 mm neerslag is een klimaat droog - óók als het er niet heel warm is.

Slide 6 - Diapositive

Maar denk je dat Wladimir daar klaar was?

Nee hoor, hij had nog meer letters waar hij een plekje voor wilde vinden.

Slide 7 - Diapositive

Voor A, C en D:
Er komt een kleine letter bij die iets zegt over de droge periode in het jaar.

s = droge zomer
w = droge winter
f = géén droge periode
Voor B:
Er komt een hoofdletter bij die verschil maakt tussen zéér droog en droog.
BW = zeer droog (<250mm regen)
BS = droog (250-500mm regen)

Voor E:
Er komt een hoofdletter bij voor poolgebieden (EF), hooggebergtes (EH) of toendra (ET).

Slide 8 - Diapositive

Toen wilde Wladimir nóg meer letters toevoegen, maar daar zijn wij gestopt met luisteren.

Zo komen we bij dit overzicht >>

Slide 9 - Diapositive

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kunt laten zien dat je het klimaatsysteem van Köppen kunt uitwerken in een schema en vervolgens kunt toepassen.

Je kan daarmee maken:
- Een tabel, zoals in je boek;
- Een flowchart, waarbij je uiteindelijk bij het juiste klimaat uitkomt;
- Verschillende afbeeldingen of klimaatdiagrammen bij de letters.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag!
Check eerst of je grijze of oranje doelen hebt waar je aan moet werken.
Werk daarna aan leerdoel Klim6.
Hoe? Volg de opdracht in Classroom. Maak voor elk nieuw leerdoel zelf een nieuw document aan, en sla deze op in de juiste map.
Gebruik: De LessonUp, je Basisboek, Google.
Met wie? Help elkaar gerust op weg, maar lever individueel in.
Vragen? Ik loop rond om te helpen.
Klaar? Je kan verder werken aan de doelen van onderwerp Weer.

Slide 11 - Diapositive