2M - Unit 5 Versie A

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Test Unit 5? Next week

- WORDS Unit 5

- Grammar: The Future

- Grammar: Adjectives + Adverbs

Today? Practise Test (to see where you stand at the moment)

1. Ga naar je mail

2. Klik op de link in mijn mail

3. Klik op inloggen, log in met google ( je schoolmail)

4. Klik op 2M - Unit 5

Practise Test 2M 

Unit 5 - South Africa 

Klik                om de toets te starten.

• Je kunt in deze toets 3 soorten vragen tegen komen: open-vragen waar je moet typen, meerkeuzevragen en sleepvragen
• Zorg dat alles ingevuld is. Je kunt tijdens de toets niet meer terugbladeren naar vorige vragen. 
• Let op! Soms moet je ook op bewaren klikken voordat je naar de volgende vraag door kan. 

Succes!

 Informatie 

volgende

We are a small .... of about 200 people.

Vertaal het vetgedrukte woord. 

The tusks of an elephant can be over 3 metres long.

1. hoorns
2. tentakels
3. slagtanden
4. slurven

Vertaal het vetgedrukte woord. 

Is that Ferris wheel too high for you?

1. achtbaan
2. reuzenrad
3. schommel schip
4. draaimolen

Vertaal het vetgedrukte woord. 

Use a screwdriver to turn the screw around.

1. tang
2. hamer
3. zaag
4. schroevendraaier

Vertaal het vetgedrukte woord.

Be careful not to damage the car.

1. beschadigen
2. verkopen
3. vermaken
4. verliezen

Vertaal het vetgedrukte woord.

I feel very guilty about it. 

1. verbaasd
2. ongemakkelijk
3. schuldig
4. onschuldig

Vertaal het vetgedrukte woord. 

Je kan wilde dieren laten schrikken als je geluid maakt. 

Vertaal het vetgedrukte woord. 

Die carnavalswagen moet wel meer dan 4 meter hoog zijn!.

Vertaal het vetgedrukte woord. 

Ik dacht dat het misschien nuttig zou zijn om de handleiding te lezen.

Vertaal het vetgedrukte woord. 

De dieven waren van plan om de bank te beroven.

Vertaal het vetgedrukte woord. 

Een struisvogel is de snelst lopende vogel ter wereld. 

Sleep de woorden naar de juiste plek in de zin. Let op, er blijft 1 woord over.

1. We're going to watch a performance in the ____ .

2. I want to ____ something new.

3. Did you see a ____ steal a wallet.

4. Poachers want to ____ animals for their tusks. 

create

pickpocket

behave

big top

capture

Sleep de woorden naar de juiste plek in de zin. Let op, er blijft 1 woord over.

1. The fox is the rabbit's natural ____.

2. I never understand how a ____ does his tricks.

3. Sand the ____ edges with sandpaper.

4. The DNA test showed that he was ____.

magician

fine

sharp

innocent

enemy

Match the definition to the future tense

Will + hele werkwoord

Present simple

Present Continuous

to be+going to

Roosters, schema's

Plannen die je al hebt gemaakt

Voorspelling met bewijs

Voorspelling (zonder bewijs)

Plannen die al zijn gemaakt

Dingen die je op dat moment besluit (geen plan)

Beloftes, aanbod

future:
Lilly and Sam ...(watch) a movie on Wednesday evening.

1. will watch
2. are going to watch
3. watch
4. shall watch

future
I promise I _____ (call) you tonight

1. am going to call
2. will call
3. call

(future).

Paul's sister ... a baby.

1. will have
2. is going to have
3. will has

Future
Next week we ______ (go) on holiday.

1. are going to go
2. will go
3. go

future
I think Mancester United _____ (win) tonight

1. are going to win
2. will win
3. wins

Future: My bus ___ at three o'clock.

1. will leave
2. is going to leave
3. is leaving
4. leaves

Future: The weather forecast said it ___ tomorrow.

1. will rain
2. is going to rain
3. rains

Future: This shop ___ at 9 am.

1. will open
2. is going to open
3. is opening
4. opens

Bijvoeglijke naamwoorden & Bijwoorden

Vul de woorden tussen haakjes op de juiste manier in.

They played a ____ (perfect) match.

Bijvoeglijke naamwoorden & Bijwoorden

Vul de woorden tussen haakjes op de juiste manier in.

You speak English ____ (very - good).

Bijvoeglijke naamwoorden & Bijwoorden

Vul de woorden tussen haakjes op de juiste manier in.

Mrs O'Hanlon is ____ (real) kind.

Bijvoeglijke naamwoorden & Bijwoorden

Vul de woorden tussen haakjes op de juiste manier in.

This is an ____ (extreme - fast) car!

Bijvoeglijke naamwoorden & Bijwoorden

Vul de woorden tussen haakjes op de juiste manier in.

After school, we walked home ____ (quick).

Maak de zinnen af met de woorden tussen haakjes. Gebruik de PRESENT PERFECT.

(–) ____ (Gina - to save) much money.

Maak het rijtje van onregelmatige werkwoorden af. NOTEER HET HELE RIJTJE!

to feel - ... - ... - voelen 

Maak het rijtje van onregelmatige werkwoorden af. Noteer het hele rijtje.

to find - ... - found - ... 

Maak het rijtje van onregelmatige werkwoorden af. Noteer het hele rijtje.

... - fled - ... - vluchten

Maak het rijtje van onregelmatige werkwoorden af. Noteer het hele rijtje.

... - forbade - forbidden - ...

Maak het rijtje van onregelmatige werkwoorden af. Noteer het hele rijtje.

to forgive - ... - ... - vergeven

Finished

Finished!

The Future

Adjectives + Adverbs

WORDS Unit 5

Group 1:

Léon

Aboubacar

Nirel

Group 2:

Tom

Dylan

Akin

Group 3:

Odario

Morris

Aisha

Group 4:

Raven

Doha

Loren

Group 5

Abigail

Lamis

Stella

Group 6

Fatima

Anheally

Bink

Group 7

Hajar

Emily

Léa

Group 8

Sara

Luuc

Abel

Group 9

Kalil

Rayan

Mohan